In deze feestmaand regent het leugens over onze kinderen. Tenminste bij de kleinsten onder hen. In het begin van de maand de man uit Spanje en aan het einde die gozer op zijn arrenslee.
Voor de oudste, die net twee maanden zes is, gok ik dat het volgend jaar wel klaar is met haar geloof. Dan zullen de eerste haarscheurtjes komen in haar rotsvaste vertrouwen in mij, wanneer ik haar vertel waar de cadeautjes écht vandaan komen.
Maar is het gek dat wij ons kroost dingen wijsmaken? Dat we een loopje nemen met de waarheid? Werken ze dat niet ook zelf in de hand, omdat ze alles, maar dan ook álles geloven? Niet alleen van ons, maar ook van elkaar.
Zo wilde laatst één van mijn dochters, toen ze allebei om beurten een liedje mochten kiezen, nogmaals een nummer uitzoeken, omdat ze het eerste nummer niet goed had kunnen horen. Dit terwijl het eerste muziekstuk op standje karaokebar afgespeeld was. De ander ging er zonder morren in mee, als ware het een plausibel vanzelfsprekend verhaal.
Maar zo werkt dat kennelijk als je jong bent, dat was bij mij niet anders. Ik groeide op in een dorpje genaamd Waddinxveen, ga er gerust nooit heen want je mist er niks aan, wonend op de Heuvelhof 41. De straat die haar naam dankte aan, jawel, de heuvel die er naartoe leidde.
Op een dag deden mijn broertje, zus en ik een hardloopwedstrijd wie het snelste van boven aan de heuvel naar beneden kon rennen. Aangezien ook iemand de stopwatch moest bedienen, kon dat niet met zijn drieën tegelijk. Terwijl mijn zus de stopwatch deed, stonden broerlief en ik klaar aan de top. We mochten alleen niet meteen beginnen met rennen wanneer zij het startsein had gegeven omdat, let goed op, de snelheid van het geluid in de weg zat.
Wij zouden eerder haar mond zien bewegen dan het geluid horen, afstand misschien vijftig meter, en dat zat de tijdwaarneming in de weg. Dus als we haar ‘start’ hoorden roepen, dan liep de stopwatch nog niet, dan moest ze nog drukken. Of zo.
Daarom dienden we twee tellen te wachten na de officiële start. Wisten wij veel. We deden gedwee wat ons gezegd werd. Zij hoefde niet te wachten toen wij haar tijd klokten, want zij rende alleen en dat was heel anders. Juist.
En wat waren we verrast toen zij de wedstrijd met vlag en wimpel won. Ongelofelijk dat de marge seconden kon zijn op zo’n beperkte afstand. Toch moest het wel kloppen, want alles was keurig geklokt op de stopwatch.
Misschien is aankomend kerstdiner een mooi moment om het er, pak hem beet drie decennia later, nog eens over te hebben. Mijn broertje en ik hebben op zijn minst recht op een eerlijke herkansing. Dezelfde heuvel, dezelfde deelnemers en allicht een nieuwe kampioen.
Ik heb er jaren over gedaan voordat ik ineens bedacht hoe opmerkelijk dit was, en dat we het nog voor waarheid aannamen ook. Daar is zeven jaar geloof in de goedheiligman niks bij.
