Als ik deze zaterdagochtend bij de bakker sta daalt er een mix van schaamte en ergernis over me heen. Een koppel doet ontzettend lang over hun bestelling, mede omdat het telkens op pieperige toon van alles aan hun peuter vraagt. Wat ik bij honden heb, dat je bij wijze van spreken meteen de straat wil oversteken om er een te aaien, heb ik niet met kleine kinderen.
En het maakt niet zo gek veel uit of het nakomelingen van vrienden, familie of volledig onbekenden zijn. Enige vorm van adoratie voor peuters en kleuters, met uitzondering van de mijne destijds, ontbreekt gewoon.
Dit kind is ingepakt alsof het buiten 20 graden vriest en is met recht een snotaap. Er hangt een enorme bel snot aan zijn neus, de capuchon over het hoofd is strak dichtgetrokken waardoor de nadruk juist meer op het groene vocht ligt.
'De drempel om hulp te vragen is hoog, maar bij haar hoef ik die niet eens over'
Als het drietal eindelijk zover is, ben ik niet de enige die opgelucht is, want er zijn zoveel wachtenden dat de elektrische deuren van de bakkerswinkel open blijven staan. Vader voelt de druk en loopt met zakken puntjes en krentenbollen naar buiten, maar moeder treuzelt. Ze staat erop dat de peuter haar een hand geeft. De vrouw draait om en kijkt trots om zich heen, met haar kind als trofee.
Ik kijk ongeïnteresseerd weg, maar de oude vrouw voor mij houdt duidelijk wél van kleintjes, dus die vraagt aardig: “Heb jij een speculaasje gekregen?” Ik kan niet te lang kijken naar de peervormige neuskeutel die met elke beweging van de schonkige peuter mee schommelt.
Hoeveel ouders denken tegenwoordig dat hun peuter een prins of prinsesje is? Ik heb twee dochters die ooit ook zo jong waren, maar ik heb ze nooit geëtaleerd of op een voetstuk gezet in de hoop vreemden te charmeren. Ook noemde ik de dingen gewoon bij hun naam. Dus een eend is een eend, en als een dochter ze ‘dada’ noemde, sprak ik niet in onzinnige babytaal mee. Blijkbaar doet de huidige generatie jonge ouders dat anders.
'Ik wil gewoon dat hij z’n broek aantrekt en mijn bed nu verlaat'
“Zwaai maar even naar de bakker”, zegt moeder glimmend van trots. “Dag badiba.” Een mannelijke klant zoekt oogcontact en rolt zijn ogen. Fijn, een begripvolle medestander. Dat geeft hoop. Geloof me, als je met je hond was binnengekomen (wat niet mag) ging ik zo door m’n knieën. Maar voor een kind, nee, en zeker niet met groene pus uit de neus; daar peins ik niet over. Ik ben heus trots op mijn prachtige, slimme dochters, maar ik snap ook, en zeker toen ze klein waren, dat niet iedereen er zo over denkt.
Na de bakker loop ik door richting filmhuis om een film te pakken, een spontaan idee. Als ik een ticket koop en de kassière vraagt waar ik wil zitten, draait ze haar scherm bij zodat ik de plek kan uitkiezen. “Graag zo ver mogelijk van de rest”, zeg ik. “Oh”, zegt ze verbaasd. “Maar u ziet er zo aardig uit!”
“Ik ben ook best aardig”, lach ik. “Ik wil liever niet naast iemand zitten, nu”, leg ik uit. Volgens haar is het helemaal niet druk, dus ruimte genoeg.
De ultieme plek is gevonden en ik heb twee lege stoelen, aan beide kanten, naast me. Als de lichten dimmen en de reclame start, komt er nog een vrouw binnen. Van alle vrije plekken kiest zij precies de stoel naast me uit. Het linnen tasje dat ze bij zich heeft drapeert ze half over mijn jas. Uit de tas haalt ze een thermofles en een appel. In drie luidruchtige happen maakt ze ‘m soldaat.
Net op het moment dat de film begint en de appel op is, begint de vrouw aan het tweede deel van de meegenomen lunch: een bak met noten.
Ik sta op, loop ver naar voren en ga op de tweede rij vanaf het doek zitten. Het is een beetje omhoogkijken, maar ik heb niemand naast, voor of achter me. Het is vast heel ongepast om zo obstinaat ergens anders plaats te nemen. Maar ja, het is net als met peuters met snotneuzen: mensen die pal naast je gaan zitten als er plek genoeg over is in de rest van de zaal wekken niet mijn sympathie. Misschien had de vrouw achter de kassa gelijk, en ben ik een stuk onaardiger dan dat ik eruitzie.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
'Post van de paus: of ik even binnen 5 dagen wil betalen'



















