Verhuizen is de hel. We zitten nu midden in de fase van alles inpakken en daarmee midden in een complete chaos aan dozen. Voor zover ik met mijn chaotische hoofd niet al altijd alles kwijt ben, ben ik het nu wel.
“Lieverd, waar is de nagelknipper?” “Nee, die zit al ingepakt. Ergens in een doos, maar ik weet niet welke. Kijk maar op de labels.”
De labels die titels hebben als Slaapkamer 1 of Zolder, maar ook met Administratie Oud en mijn persoonlijke favoriet: Sentimenten, waar ik al zeker vijf dozen van tel. Ik durf ze niet open te maken, want wie weet word ik dan sentimenteel. Sportkleding? Ergens in een doos. Schone onderbroeken? Doos. Die ene gietijzeren pan waar ik boterzacht stoofvlees in maak? Afijn.
Iedereen die ik spreek en hoort dat we aan het verhuizen zijn, deelt mijn mening over hoe vreselijk verhuizen is. Iedereen, behalve vriendin M.: “O, verhuizen, heerlijk, het kan me niet vaak genoeg. Wij doen het elke drie jaar. We kopen een krot, dat verbouwen we twee jaar zelf, daarna genieten we een jaartje van ons eigen zwoegen en dan beginnen we weer opnieuw, zalig. En het is ook nog eens financieel heel handig, want we maken op elk huis steeds weer een mooie winst. Anders hadden we nu nooit midden in Amsterdam kunnen wonen in een heel groot huis.”
Persoonlijk lijkt het me, zelfs als je in tegenstelling tot ondergetekende heel handig bent en alles zelf kunt doen, vreselijk om twee jaar in de bouwtroep te zitten. Verhuizen gaat tenminste snel, het is een paar weken doorzetten, maar dan is het klaar. Als een pleister die je er snel aftrekt.
Vol optimisme gaat vriendin M. verder: “In de afgelopen vijftien jaar zijn we met ons gezin al zes keer verkast.” Ik: “Maar jullie verbouwen toch twee jaar en blijven dan toch nog even zitten?” Zij: “Nee, één keer hebben we het meteen na de renovatie verkocht, omdat een buurman het direct wilde kopen. Die woonde in hetzelfde soort pand, maar dan totaal niet gerenoveerd. Die had geen zin in verbouwen dus kocht hij ons huis. Handig, hè?”
Zo vrolijk als ze er over praat, zo neerslachtig zou ik er van worden. Toch zijn er ook voordelen aan alles wat je hebt inpakken. We gooien ook heel veel weg. Dat driedelig pak met bloemenmotief, dat ik ooit kocht omdat ik er mee weg zou komen als het juiste feest zich aandiende en vervolgens nooit droeg, gaat de deur uit. De rest gaat ook de deur uit natuurlijk, maar dit gaat niet mee naar het nieuwe huis. De spiegel uit de gang die eigenlijk al jaren uit elkaar valt, de tondeuse die ik nog een keer zou laten repareren en de kookboeken waar ik nog nooit wat uit gemaakt heb. Het gaat allemaal weg.
Ik droom er zelfs over. Vannacht was ik druk met dozen inpakken, maar hoe ik ook mijn best deed met vullen, steeds als ik weer bij de doos terugkwam bleek hij leeg. Zwetend werd ik wakker.
Een nieuw huis is leuk, maar verhuizen is de hel. Voor geen miljoen zou ik het elke drie jaar doen. Hopelijk verlaat ik onze nieuwe stek pas tussen zes planken.
