REIZEN

Roadtrip Corsica: ‘Na iedere bocht wacht weer een nieuw, spectaculair uitzicht’

Voor ruige rotsen en paradijselijke stranden hoef je Europa niet uit. Het Franse eiland Corsica barst van de absurd mooie natuur en schilderachtige dorpjes. Rondrijden met open mond dus.

Dat bepaalde plekken op Corsica sterk doen denken aan Yosemite of Zion National Park in de Verenigde Staten, is nogal een uitspraak. Of dat de kabbelende rivieren met daarachter besneeuwde berg­toppen je even meenemen naar Canada en de witte stranden met lichtblauw water niet onderdoen voor die op de Caraïben. Toch mag je die vergelijkingen rustig maken, want het eiland voelt als een van de best bewaarde geheimen van Europa. Tel daarbij op dat de lokale keuken een mix is van de Franse fine fleur en Italiaanse dolce vita én dat er pastel­kleurige dorpen en bruisende steden zijn – en je wilt er liever vandaag dan morgen naartoe.
Met de auto op de ferry vanuit Nice ben je er het snelst (vier uur). Heb je meer tijd, dan kun je de overtocht ook maken vanuit Marseille, Toulon, of diverse plaatsen aan de Italiaanse kust. Vliegen duurt twee uur, tussen half april en eind oktober gaat er een rechtstreekse vlucht vanaf Rotterdam. Zorg in elk geval dat je ter plaatse vervoer tot je beschikking hebt, want Corsica heeft te veel moois om op één plek te blijven. Het eiland ligt ten zuiden van het Franse vasteland, boven Sardinië, en is ruim 180 kilometer lang en 80 kilometer breed. Al zeggen kilometers hier niet zo veel: Corsicanen bespreken de afstanden in reistijd. Door de slingerende bergwegen beweeg je je hier alles­behalve snel, maar daar staat tegenover dat na iedere bocht weer een nieuw, spectaculair uitzicht wacht.