Claudia de Breij: ‘Het meeste werk hier komt toch neer op zorgen voor verwende drollen zoals wij’
doorClaudia de Breij

doorClaudia de Breij
Claudia de Breij (50) is cabaretière, zangeres en schrijfster.
WE WAREN IN EEN WARM LAND. Zo’n eiland waar het altijd zomer is, ook in de winter. “Soms wordt het nu in plaats van dertig graden 29 graden”, vertelde een vriendin die er inmiddels een paar jaar woont. En toen, met een verschrikte blik: “Dan moeten we ’s avonds op de boot soms wel een trui aan.”
“Zou jij hier kunnen wonen?” vroegen wij elkaar terwijl we aftersun op ons gezicht smeerden. Er was een hoop voor te zeggen. Het weer, de heldere zee, de onbezorgde sfeer. Maar ja. Je moet wel werken en het meeste werk hier komt toch neer op zorgen voor verwende drollen zoals wij. Toeristen rondrijden, entertainen, bedienen, achter een boot aan slepen op zo’n domme banaan. Misschien toch meer iets voor af en toe een weekje of twee overwinteren, zo’n tropisch eiland.
“Tenzij je met pensioen bent”, zei de lokale bewoonster. “Kom vanavond maar naar mijn stamcafé. Als je daar op het terras zit wanneer het hobbybandje speelt, ga je gelijk sparen voor later.”
Het was inderdaad een prima café. Duidelijk niet alleen maar voor de roodverbrande toeristen, maar met een terras vol gasten in elke denkbare kleur bruin. Het hobbybandje bleek niet te performen, maar zat met muziekinstrumenten rond een grote tafel. Ze lazen akkoorden van een blaadje of hun telefoon en speelden voor elkaar.
Ze speelden om het spelen, zonder te kijken naar het publiek. Er waren een paar gitaristen, een basgitarist, een trommelaar gezeten op een cajon en her en der lagen zangmicrofoons voor wie zin had. Een grijze man met een walrussnor zong Nights in White Satin. “Moet je opletten”, zei onze lokale vriendin. “Dan gaat zij, met die rollator, straks los. Ze is aan het dementeren en haar dochter brengt haar hier elke woensdagavond voor haar uitje. Ze kent één liedje en dat zingt ze dan.”
“Wil er iemand iets zingen? Weet jij misschien nog een liedje?” vroeg de walrus aan de oude dame. “Dit vraagt hij altijd”, zei onze vriendin. “Let op, dan zegt zij …” en als op commando riep de oude dame: “Brandend zand.”
De band zette in en alle muzikanten zongen het intro mee zodat de oude dame haar inzet niet kon missen: pampam pampadadam padadadamdamdam … nu! Stralend zong ze het eerste couplet: Zwarte Dino / Jij wou Nina / Die met Rocco was verloofd / En toen Rocco werd gevonden / Werd jouw onschuld niet geloofd. Ze kende de complete tekst nog. “Scherp”, zeiden wij tegen elkaar, vechtend tegen de aftersun die ineens lelijk prikte in een ooghoek.•
Dit artikel is afkomstig uit LINDA.257 Schotland lees hier het hele magazine.
‘Je leven is niet minder waardevol als je geen kinderen hebt. Punt’