Als de mussen van het dak vallen, is er niks lekkerder dan een verfrissende duik in zee. Toch stijgt het aantal mensen dat verdrinkt. Wat moet je weten voordat je (veilig) het water inspringt?
We vroegen het strandwacht Tanya Middelburg.
Als de mussen van het dak vallen, is er niks lekkerder dan een verfrissende duik in zee. Toch stijgt het aantal mensen dat verdrinkt. Wat moet je weten voordat je (veilig) het water inspringt?
We vroegen het strandwacht Tanya Middelburg.
Als je het strand oploopt, check dan eerst waar de reddingsbrigade zit en of ze wel aanwezig zijn, zegt Tanya Middelburg, strandwacht bij Reddingsbrigade ‘s-Gravenzand. Als je hulp nodig hebt, weet je in ieder geval waar je het (niet) moet zoeken. “We dragen in ieder geval géén rode badpakken”, lacht ze. Let daarnaast op waarschuwingsborden en vlaggen. “Je weet dan meteen dat je 25 meter links en rechts van een strekdam beter niet kan zwemmen.” Wat de vlaggen precies betekenen, zie je hier.
Als je dan klaar bent om de zee in te gaan, ga dan niet te ver. “Soms vergeten mensen dat ze ook altijd weer terug moeten zwemmen. Ze zeggen soms: ervaren zwemmers verdrinken niet, maar helaas klopt dat niet. Al heb je zwemdiploma’s A, B en C, de zee blijft gevaarlijk en anders dan het zwembad.” Drugs en alcohol zorgen vaak voor zelfoverschatting – “Ik zwem wel even naar die boei” – maar ook een hap water of snelle stroming kan een volwassene volgens Tanya in paniek brengen.
Anders dan in een zwembad, is de bodem van de zee daarnaast niet vlak, legt de strandwacht uit. “Het bestaat uit zandbanken, muien en zwinnen.” Een zwin is het “pierebadje” waar kinderen bij laag water in spelen. Deze wordt altijd gevolgd door een zandbank. “Als het hoog water is en je stapt van een zandbank af, kun je dus ineens een stuk naar beneden vallen. Doordat je geen grond onder je voeten meer hebt, raken mensen al snel in paniek.”
Na een zandbak, komt nog een zandbank. Daartussen ligt een mui: een smalle ruimte waarin het water tussen de banken wegstroomt richting zee. “Als je daarin terecht komt, ervaar je ineens meer stroming.” Als je door een mui wordt meegetrokken door de zee, zwem er dan niet tegenin, benadrukt Tanya. “Dat is heel vermoeiend. Veel verdrinking komt voort uit psychische paniek. Blijf rustig, en probeer mensen te laten weten dat je hulp nodig hebt.”
Lees ook
Zo denkt een deskundige over zwemles voor kinderen van nul tot vijf jaar
Kramp is ook iets wat paniek veroorzaakt, vertelt Tanya. “Blijf juist rustig, strek het lichaamsdeel dat verkrampt is, en zoek hulp.” Maar iemand die verdrinkt, herkent Tanya niet aan de bekende zwaaiende arm. “Dat is een fabel uit de films. Drenkelingen komen van onder water weer boven water, en gaan een beetje met hun hoofd naar achteren liggen. Ook vallen ze vaak stil.”
Houd elkaar verder vooral een beetje in de gaten, zegt Tanya. “Blijf van je telefoon af, en laat kinderen nooit alleen het water in gaan.” Ook niet als ze zwembandjes dragen. “Met zwemvlinders kun je eerder meegenomen worden door wind, net als een luchtbed dat je ineens heel ver in zee heeft gebracht.”