Evelien (52) vroeg haar man of hij soms moe was. ‘Nee’, zei hij. ‘Ik ben verliefd op een ander.’
“Ik had die avond gekookt, ik denk dat het rijst was, dat aten we meestal op vrijdag. Mijn man zat een beetje voor pampus op de bank, ik streek met mijn hand door zijn haar, gaf hem een kus en zei: ‘Ben je moe, jongen?’ Hij keek me aan met een blik die ik niet kende. Vijandelijk, afwerend, verslagen. Een dier in het nauw. In de dertig jaar dat ik hem kende, had ik hem nooit eerder zo zien kijken.



















