Liesbeth Rasker (35) runt een Instagram-café waar elke maandag duizenden vrouwen (en een handvol mannen) elkaar advies geven. Speciaal voor LINDA. licht de kroegbaas een gespreksonderwerp toe.
In aflevering 64: ‘Ik ben geen teamspeler op mijn werk en in mijn privéleven. Ik wil hier beter in worden, maar hoe?’
Als ik ooit zelf een vraag zou insturen in Kroegpraat, dan zou het deze zijn. Al mijn hele leven ben ik een solist, trek ik graag in mijn eentje op, en werk ik ook het liefst alleen. Tijdens mijn studie zakte de moed me direct in de schoenen als docenten begonnen over dat we een bepaalde opdracht in groepsverband moesten maken. Ik was altijd de student die dan het meeste werk alleen deed omdat ik niet kon delegeren, een onuitstaanbare perfectionist ben en ook wel wat probleempjes met controleverlies heb. Kortom, ik ben een vreselijk slechte teamspeler.
Ik heb ook nooit aan teamsporten gedaan, misschien is dat ook onderdeel van het kwaad. Als kind was ik een paardenmeisje, altijd in de weer op de manege, altijd verstrengeld in een innige band met m’n paard – maar dus niet met mensen. Ook mijn studiegedrag zie ik vaak nog terugkomen in mijn hedendaagse werk. Samenwerken zit simpelweg niet van nature in me lijkt het wel, het liefst doe ik eigenlijk alles alleen.
Dat is in veel gevallen prima, zoveel mensen zoveel wensen, maar soms is het ook buitengewoon onhandig. Omdat je nou eenmaal soms in teamverband móet werken; ook als je net net als ik als eenpitter werkt kom je af en toe terecht in opdrachten of projecten waarbij je samen optrekt. In die gevallen loop ik gigantisch tegen mijn eigen beperkingen op. Ik verkeer voortdurend in stress omdat ik niet kan overzien wat de anderen doen en ik dus steeds zit te panikeren over of het wel goedkomt, of dat de anderen wel inzien dat dit bepaalde onderdeel van het project echt heel belangrijk is en dus echt goed moet gaan. Weet je wat, ik doe het zelf wel, dan ben ik daar in ieder geval zeker van.
Dat is goedbeschouwd helemaal niet zo’n aardige houding, want het impliceert ook dat ik de ander niet vertrouw om het tot een goed einde te brengen. Waarom vind ik mezelf zoveel beter? Dat vind ik helemaal niet, maar toch kan ik die houding niet goed loslaten. De voorkeur voor dingen alleen doen zit zo diep in me, dat ik inmiddels heb geaccepteerd dat het vermoedelijk niet meer wezenlijk gaat veranderen.
Dus de taak is nu om er zo goed en zo kwaad als het gaat toch maar desnoods op geforceerde wijze er het beste van te maken. Mijn voorgenomen oplossing voor toekomstige gezamenlijke werkprojecten is bijvoorbeeld om vooraf goed te vragen hoe ándere mensen in dat project graag werken, zodat ik daar rekening mee kan houden (en zij met mij), en een heel duidelijke taakverdeling. Dat zijn wellicht dingen die anderen wellicht van nature aanvoelen, maar ik mis die signalen, dus ik ga ze nu maar expliciet bevragen. En verder ga ik me storten op onderstaande adviezen. Dank kroeg!
