Zondagavond zaten er weer 3,2 miljoen Nederlanders klaar voor ‘De Luizenmoeder’. Onder hen ook Ank uit het Noord-Hollandse Middenmeer, zelf juf op een basisschool.
Wij belden Ank om eens te kijken in hoeverre zij en het populaire personage uit De Luizenmoeder op elkaar lijken.
Lees ook
Wij hebben ‘De Luizenmoeder’, Engeland heeft ‘Motherland’: 5 x hoe die op elkaar lijken
Ank vs. Ank
Waar juf Ank-actrice Ilse Warringa 42 jaar is, zit deze echte juf Ank al ongeveer net zo lang in het onderwijs: 41 jaar. Juf Ank is nu 62 en geeft les aan groep vier en vijf. Hiervoor gaf ze dertig jaar les aan groep drie – net als die andere juf Ank, inderdaad. Haar man, ook onderwijzer, gaat over drie jaar met pensioen en dan wil zij haar werk ook voor gezien houden. Maar nu maakt ze nog dé onderwijshype mee die alle ouders en leerkrachten in zijn greep houdt. We vergeleken op een paar punten haar ervaringen met die uit De Luizenmoeder.

1. Zingen in de klas.
Dat doet déze juf Ank niet. Haar leerlingen – sinds kort – wel. “Die zetten tegenwoordig regelmatig Halló Allemaal in”, vertelt Ank (62). “Mijn eigen leerlingen niet, trouwens, het zijn vooral die uit hogere klassen. Na schooltijd komen ze dan even langs om dat te doen.”
2. Lollige opmerkingen.
Het verbaast Ank dat ouders eigenlijk nauwelijks grappen maken naar aanleiding van De Luizenmoeder. “Dat had ik wel verwacht”, zegt ze (en wij eigenlijk ook). “Maar er komen binnenkort ouderavonden aan, misschien begint het dan.”
Lees ook
Je zou haast denken van niet, maar er zíjn mensen die ‘De Luizenmoeder’ niet leuk vinden
3. Zwaaiende ouders.
Hoeveel juf Ank van juf Ank uit de serie verschilt? “Ik hoop wel veel. Zij behandelt ouders óók als kind, dat zou ik nooit doen.” Herkent ze ze wel, ouders die maar geen afscheid kunnen nemen van hun kind? “Dat zeker. Wij hebben op onze school een handigere oplossing dan het zwaailicht in De Luizenmoeder: ik geef les op de bovenverdieping en ouders mogen simpelweg niet mee naar boven.” Zo’n slimme zwaai-oplossing was ook wel ‘nodig’. “Je moet duidelijk zeggen: ‘Ik wil nu beginnen met de les’, want sommige ouders vinden het aan het begin van het schooljaar moeilijk om afscheid te nemen. Maar als je het aangeeft, snappen ze het ook wel.”
4. Ongemakkelijkheid met minderheden.
Dat herkent juf Ank – gelukkig – niet. “Wij hebben een NT2-klas op onze school, waar kinderen die Nederlands als tweede taal hebben les krijgen. Die kinderen, afkomstig uit onder andere Syrië en Afghanistan, worden hartstikke goed betrokken door de anderen. Deze week gaan we met groep vijf tot en met acht schaatsen en de NT2-kinderen gaan dan ook mee.” Onhandige opmerkingen als ‘dat meisje met de oogjes‘ worden op de school dan ook niet gemaakt. “De kinderen die net in Nederland zijn leren hartstikke snel, en andersom zijn hun culturen ook weer een verrijking voor de Nederlandse kinderen.”
Lees ook
Waarom de ‘De Luizenmoeder’ zo’n ongelooflijke dikke hit is (nee, niet gaan zwaaien nu)
5. Haantje de voorste-moeders.
“Die zijn er zeker, maar daar heb ik in alle jaren goed mee om leren gaan”, vertelt juf Ank. “Ik heb één keer meegemaakt dat een moeder mij ervan betichtte dat ik bepaalde kinderen voortrok. Die beschuldiging uitte zij op een nogal felle manier. Dat ging me niet in de koude kleren zitten. Uiteindelijk hebben we het met elkaar uitgepraat.” Was het de rest van het schooljaar niet alsnog ongemakkelijk? “Nee, dat ging prima. Uitgepraat is uitgepraat.”
6. Het traktatiebeleid.
“Een paar regels hebben we wel. Geen lolly’s bijvoorbeeld, omdat die gevaarlijk kunnen zijn. We hebben liever helemaal geen snoep, maar het blijft wel een verjaardag, dus we sturen geen kinderen naar huis die trakteren op zoetigheid”, zegt Ank. “Ouders vragen soms ook wel of we een bepaalde traktatie oké vinden. Of ik veel creatieve fruit- en groentehapjes voorbij heb zien komen? Absoluut, er was zelfs een keer een verjaardag waarbij iedereen een bekertje gemengd fruit kreeg.

Lees ook
‘De Luizenmoeder’ in het echt: ‘Door juf Ank durven ouders niet meer te zwaaien’
7. Luizenmoeders.
“Ja, die hebben we ook. De eerste woensdag na elke vakantie gaan vrijwilligers aan de slag met het controleren op hoofdluis. De kinderen lezen ondertussen een boekje”, vertelt Ank. “Als ze dan luizen hebben, zijn ze soms blij. Dan roepen ze: ‘Juf, ik heb luizen! Ik mag naar huis!’.”
8. Onwennige nieuwelingen.
Want die zagen we ook in De Luizenmoeder; in aflevering één wordt het pijnlijk duidelijk dat Hannah en haar dochter nog maar net rondlopen op basisschool De Klimop. In het echt gaat het bijna nooit zo, zegt juf Ank. “We hebben in aanloop naar de eerste schooldag altijd een heel uitgebreid gesprek met nieuwe ouders, plus een rondleiding. Dus veel onduidelijkheid is er niet.” En als die ouders de schoolregels nou niet gelezen hebben? “Dan reageer ik niet zo streng als juf Ank”, lacht juf Ank.



















