Kinderen hebben is heerlijk, maar het is niet allemaal rozengeur en wodka lime. Iedere woensdagmiddag, na school, gaan onze dochters naar dansles. In het gymzaaltje van een concurrerende basisschool bewegen ze een uurtje op muziek onder leiding van een danslerares.
Inmiddels hebben we een heuse playlist van onuitstaanbare kindermuziek, die vaker dan me lief is door het huis schalt.
Het dansjaar werd midden in de zomer afgesloten met een heuse voorstelling, die plaats had in het bruisende theatertje dat Diemen rijk is. De kaartjes, van achttien euro per stuk, waren in een mum van tijd uitverkocht, maar met dank aan mijn vrouw die altijd weet wat er speelt, behoorden we tot de gelukkige aanwezigen.
Bij aankomst bij het zaaltje liep de dansjuffrouw al met een verhit gezicht rond. “Heb je stress?”, vroeg ik haar. “JA!”, was het goudeerlijke antwoord. Er bleken vele dansgroepen een optreden te hebben. Allemaal begeleid door een hulpouder, die allemaal hun eigen dansjes hadden ingestudeerd en ze wilde graag op tijd beginnen. Ik wilde vooral naar huis.
Het spektakel begon met een optreden van de peuterdansgroep, alle vijf verkleed in een pinguïnpak. Van de vijf pinguïns stond er één hartstochtelijk te huilen, deden er twee pinguïns met een boze blik in hun ogen vooral helemaal niet mee en volgden twee zo goed als ze konden de bewegingen van de dansjuf die enthousiast alles voordeed, staand tussen publiek en dansers. Het was eigenlijk meer een optreden van de juf.
Bij het opkomen van de tweede dansgroep, die van mijn dochters, huilde de verdrietige pinguïn nog steeds keihard, maar nu vanuit de coulissen. Een luid en dramatisch: “Ik wil mamaaaaaaa”, was het laatste wat we hoorden, voor er een deur dichtviel en we verder konden met de show.
Tussen ieder optreden hoorden we een vooraf opgenomen voice-over van de dansjuf, terwijl we keken naar de dansjuf, die mee-playbackte met haar eigen stem. Ze bedankte ons constant voor het daverende applaus. Ook als dat er niet was.
Halverwege moesten we van het bandje een wave doen met het publiek. Ik vind achttien euro betalen om te kijken naar iets dat het vooral moet hebben van de aaibaarheidsfactor helemaal niet erg, al helemaal niet omdat mijn kinderen begonnen te stralen toen ze zagen dat we er waren. Maar om dan ook nog zelf mee te moeten doen en opdrachten te ontvangen… ík zit toch niet op dansles?
We rekenden op een half uurtje, maar het geheel duurde ruim anderhalf uur. Kennelijk is het anno 2023 hip om allemaal op een andere maat te dansen, want synchroon heb ik het nergens zien worden. Na eenentwintig!!! optredens zat het er op. Na afloop werden alle kinderen opgewacht door hun trotse ouders. Er waren bloemen, blijdschap en hier en daar wat boosheid. De drie B’s die ieder feestje tot een succes maken.
Een woedende moeder stond te schreeuwen tegen de dansjuf, die alle zichtbare opluchting dat alles achter de rug was meteen weer was vergeten. “Ik heb hier achttien euro voor betaald! En ik heb m’n kind drie keer één minuut gezien! Reken maar dat ik een klacht in ga dienen!” Met een nog priemende vinger stoof ze weg. Ik vond het de beste act van de dag.
