PvdA-politica en voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib peinst er niet over mee te werken aan het onderzoek dat het huidige dagelijkse bestuur van de Tweede Kamer naar haar laat doen.
“Omdat het een schijnonderzoek is”, licht de voormalig Kamervoorzitter toe.
Ook wil ze niet praten met haar opvolgster, Vera Bergkamp. Arib wil geen verantwoording afleggen aan de nieuwe voorzitter. “Ik ben verantwoording schuldig aan de kiezer, en niemand anders.”
Bergkamp zocht woensdagavond contact met de medewerker van Arib om in gesprek met haar te treden, maar wilde niet vertellen waar het over zou gaan. Arib is nu ook niet van plan in gesprek te gaan met Bergkamp. Ze zou daar alleen op zijn ingegaan als de uitnodiging tot een gesprek eerder was gekomen, aldus het PvdA-Kamerlid. NRC bracht woensdagavond naar buiten dat het presidium een onderzoek naar Arib instelt. In twee anonieme klachtenbrieven zou staan dat zij slecht omging met de ambtenaren die voor de Kamer werken en een “schrikbewind” voerde. Arib ontkent dat. “Ik heb onder een schrikbewind geleefd. Ik weet wat het is”, zegt zij.
Bergkamp zelf sprak de verwijten van Arib overigens tegen en wees erop dat het hele presidium akkoord ging met het instellen van een onafhankelijk onderzoek. Dat betekent dat ook Aribs partij- en fractiegenoot Henk Nijboer heeft ingestemd. “Dat is natuurlijk wel pijnlijk. Ik moet het er met hem nog over hebben.” Dit staat verdere samenwerking met hem als fractiegenoot wat Arib betreft niet in de weg.
Arib ziet vooralsnog geen reden om (tijdelijk) te stoppen als Kamerlid noch als voorzitter van de commissie die de parlementaire enquête over corona moet voorbereiden. Of ze ook denkt aan stappen tegen Bergkamp, wil Arib nog niet kwijt.
Toch was Arib in haar tijd als voorzitter niet onomstreden. De voorzitter van de ondernemingsraad van de Tweede Kamer, Michel Meerts, zegt de signalen die voor het presidium aanleiding waren voor een onafhankelijk extern onderzoek te herkennen. Volgens Meerts hebben ambtenaren van “meerdere uitvoerende diensten in de directe omgeving” van de de toenmalige Kamervoorzitter laten weten dat ze “moeite hadden met haar gedrag”. Het ging om het “ontzettend afrekenen” met ambtenaren die fouten begingen. Ook zou Arib mensen “onfatsoenlijk te woord” gestaan hebben.
Meerts schat dat de ondernemingsraad over de vier jaar waarin Arib voorzitter was meer dan tien klachten heeft ontvangen. Sinds zij is opgevolgd door Bergkamp, heeft hij geen klachten meer gekregen over het contact met de voorzitter.
Arib kent de nieuwe ondernemingsraad niet, maar heeft in haar tijd als Kamervoorzitter weleens aanvaringen met de ondernemingsraad gehad, zegt ze. Bij haar aanstelling in 2016 kreeg ze ook de opdracht de ambtelijke organisatie te reorganiseren. Het was “vreselijk” hoe die organisatie functioneerde, zegt ze nu. De ondernemingsraad verzette zich tegen de veranderingen, aldus Arib. Ze voerde in die tijd gesprekken met de ondernemingsraad omdat zij “niet tevreden waren of dat ze betrokken wilden worden. Dat is ook hun rol.”
Vera Bergkamp over reactie Arib: 'Ik steek met onderzoek geen 'mes in de rug''
