Victoria Koblenko woont ten tijde van de Tsjernobyl-ramp in de Sovjet-Unie. Wanneer afgelopen donderdag op vrijdagnacht de grootste kerncentrale van Europa, Zaporizja, in brand staat, voelt Tsjernobyl voor haar dichterbij dan ooit.
Victoria Koblenko maakte Tsjernobyl-ramp mee: 'Er vielen zwarte vlokjes uit de lucht'
In Jinek vertelt ze openhartig over de heftige periode na de ramp.
Zwarte vlokjes
“Mijn moeder was twee dagen na de uitbarsting jarig en dat vierden wij in de tuin”, herinnert Koblenko zich. “Toen begon het te miezeren en vielen er zwarte vlokjes uit de lucht.” Hoewel bezorgd, weet de familie op dat moment nog niet precies wat er gaande is: “Het heeft uiteindelijk ruim een week geduurd voor in de media bevestigd werd dat het een uitbarsting was”, aldus Koblenko.
Het blijft even rustig, totdat haar vader van de ene op de andere dag gedwongen wordt te vertrekken. “Mijn vader is van zijn bed getild zonder te weten waar hij naartoe moest”, zegt ze getergd, “en dat is nog stééds gebruikelijk in post-Sovjet-Unie landen.”
Vader
Pas wanneer Koblenko’s vader de auto uitstapt, wordt duidelijk dat hij het rampgebied van Tsjernobyl moet schoonmaken. Het is de bedoeling dat hij om de week zal wisselen uit veiligheid, maar één week verandert in drie maanden. “Als deze mensen al verloren zijn, hoeven niet nog meer mensen besmet te raken”, licht Koblenko de keuze van de leiders toe.
“Hij is godzijdank nog in leven”, zegt ze geëmotioneerd. “Maar niemand die hij kent van de periode dat hij daar gezeten heeft, is nog in leven. Het is natuurlijk wel een tikkende bom.”

Het fragment terugkijken? Dat kan hier.