Het binnenkort te verschijnen blad PINDA* – ‘de glossy met een Indisch tintje’ – is niet van de makers van LINDA. Wel is het geïnspireerd op ons magazine. Een eer, vinden wij, en dus belden we met de hoofdredacteur.
Journalist Ricci Scheldwacht (53, foto onder) vertelt ons wat we van PINDA* kunnen verwachten.
Hoe lang speelde je al met het idee voor PINDA*?
“Oh, heel lang! Dertien jaar geleden kreeg ik het idee al. Dit blad wordt gemaakt met subsidiegeld van het ministerie van VWS, in het kader van de regeling Collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland. Het heeft lang geduurd voor er genoeg geld was, maar nu zijn we er.”
Wat kunnen we allemaal lezen in het blad?
“PINDA* bevat veel verhalen van Indische Nederlanders. Mensen die na de onafhankelijkheid van Indonesië naar Nederland zijn gekomen, maar ook mensen met Indisch bloed die hier zijn geboren en opgegroeid. Het blad gaat in op hun verhalen en geschiedenis, en dat gebeurt zowel op lichte als op serieuze toon. En een beetje met een knipoog. Zoals LINDA. dus.”
Er staan heel wat gezichten op de cover. Wie hebben jullie onder anderen gesproken?
“Bijvoorbeeld Ellen Deckwitz en Sarah Sluimer: beiden columnisten en beiden derde generatie Indisch. We spraken hen over wat dat voor hen betekent en hoe ze daar invulling aan geven. Jossine Modderman, van LINDA., heeft een interview gedaan met Fred Boot; de producent van de musical Soldaat van Oranje. Andere bekende namen zijn onder meer Tim Oliehoek, Mei Li Vos en Thom Hoffman. Van veel bekende mensen weten we vaak niet eens dat zij van Indische afkomst zijn, dat laten we met PINDA* ook zien.”
Waarom hebben Indische Nederlanders volgens jou een eigen blad nodig?
“Ze hébben al heel lang een eigen blad: Moesson. Dat bestaat al 65 jaar. Wat ik met PINDA* juist wil, is het Indische verhaal, dat binnen die gemeenschap bekend is, naar buiten tillen. Het vertellen aan de rest van het Nederlandse publiek, dat bijna niets van deze geschiedenis weet.”
Is het blad dan juist níet voor die gemeenschap?
“Jawel, óók. Indische mensen worden vaak over een kam geschoren in Nederlandse media, terwijl al die mensen ook weer uit verschillende groepen komen. De Indo’s, de totoks, de Molukkers, de Peranakan-Chinezen. Sommigen van hen zien er heel Indisch uit, maar voelen zich juist heel Hollands. Anderen zien er heel Nederlands uit, maar voelen zich niet zo. Dat laatste was voor mij ook een eyeopener. Dit soort zaken bespreken we ook. PINDA* is er dus voor iedereen.”
Is de naam PINDA* eigenlijk niet… controversieel?
“Ik heb er wel al wat kritiek op gekregen. Van mensen die vinden dat het gevoelig ligt en dat je er geen grappen over mag maken. Ik denk wel dat er, als het blad uitkomt, nog meer van dit soort geluiden zullen volgen. Vroeger was ‘pinda’ een scheldwoord, maar in de loop der jaren is het uitgegroeid tot koosnaampje. Zelf vind ik dat deze titel kan, maar hoe dan ook is het goed als er een debat over ontstaat. En sowieso blijkt uit deze titel duidelijk de knipoog waarmee we schrijven.”
Waarom hebben jullie LINDA. als inspiratie genomen? We hopen niet alleen omdat het rijmt.
“Zeker niet. Naast die knipoog hebben we ons ook laten inspireren door de toon: relevante onderwerpen die vaak op een lichte manier worden gebracht. Ik hoop dat lezers van LINDA. die toon bij ons herkennen.”
Gaat PINDA* er vaker komen, denk je?
“Ik denk wel dat het een succes wordt, maar ik denk niet dat er een tweede komt. Dit is een statement dat we eenmalig moeten maken. Iets unieks doe je maar één keer.”
PINDA* is vanaf donderdag 19 september te koop.