De gemeente Rotterdam mag een opsporingsambtenaar ontslaan. De vrouw drukte boodschappen achterover bij de Albert Heijn, waar haar dochter als caissière werkte.
De vrouw was al sinds 1997 in dienst bij de gemeente Rotterdam.
Opsporingsambtenaar
Ze werkte als bijzonder opsporingsambtenaar (boa) bij de afdeling Handhaving. Boa’s hebben als taak asociaal gedrag van burgers te voorkomen. Ze mogen daarbij ook boetes uitschrijven.
Eind 2017 werd de ambtenaar al geschorst, omdat de gemeente door justitie werd geïnformeerd over een strafrechtelijk onderzoek. Ze zou boodschappen bij de Albert Heijn hebben meegenomen, zónder daarvoor te betalen. Uit camerabeelden bleek dat het geen impulsieve winkeldiefstal was.
De beelden lieten namelijk zien hoe de vrouw tot vijf keer toe een volle kar boodschappen afrekende bij haar dochter, die daar caissière was. De vrouw rekende bij elke kar een minimaal bedrag af, van tussen de 1,35 euro en 7,35 euro. De gevulde karren waren stuk voor stuk honderden euro’s waard.
De ambtenaar gaf tijdens het onderzoek toe dat ze te weinig voor de boodschappen had betaald. Ze zegt echter dat ze er de eerste keer pas achterkwam toen ze al thuis was. Daarna zou ze haar dochter een standje hebben gegeven. De keren die volgden zou ze zich er niet meer bewust van zijn geweest.
Hoewel de diefstal niet plaatsvond bij haar eigen werkgever en de officier van justitie een strafbeschikking introk, ontsloeg de gemeente Rotterdam haar in augustus 2018 alsnog. De reden was ‘ernstig plichtsverzuim’.
Privéproblemen
De ambtenaar stapte daarom naar de rechter. Ontslag was volgens haar een te hoge straf, zeker na haar dienstverband van twintig jaar. Daarbij verklaarde de vrouw dat ze naar aanleiding van privéproblemen destijds onder zware stress gebukt ging. Omdat de vrouw bezig was ‘met overleven’, zouden de fouten haar niet toegerekend kunnen worden.
Ook wijst ze op de ernstige gevolgen van haar strafontslag. Ze is alleenstaande moeder en heeft wegens het verwijtbaar ontslag geen recht op WW-uitkering. Omdat ze wél een eigen huis heeft, heeft ze ook geen recht op bijstand. Ze vreest dat ze haar huis daarom snel moet verkopen.
Integriteit
De ambtenaar heeft haar zaak echter verloren. De rechtbank van Rotterdam vindt haar verklaringen ongeloofwaardig. Ook wist de ambtenaar de rechtbank er niet van te overtuigen dat het plichtsverzuim het gevolg was van psychische klachten of haar mentale gezondheid.
De rechtbank liet daarbij meewegen dat de vrouw nota bene opsporingsambtenaar was. “Aan ambtenaren met een opsporingsbevoegdheid mogen immers hoge eisen aan hun verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid en integriteit worden gesteld.”