Uit nieuw onderzoek in opdracht van het kabinet blijkt dat bijna de helft van de vrouwelijke politici in gemeentes en provincies kampt met online haat. Zij zijn vaker slachtoffer dan mannen.
Vooral vrouwen van progressieve partijen hebben ermee te maken, schrijft RTL Nieuws.
Demissionair minister Hugo De Jonge, die het onderzoek liet uitvoeren, vindt het “schandalig en onacceptabel”. Ook noemt hij het “een bedreiging voor de democratie”.
47 procent van de vrouwen krijgt te maken met online geweld of agressie, tegenover 35 procent van de mannen. Politici van progressieve partijen zijn vaker slachtoffer. Wat ook opvalt, is dat vooral vrouwelijke politici van D66 vaak doelwit zijn van bedreigingen vanuit extreemrechtse hoek.
In het onderzoek komt ook naar voren dat één op de tien vrouwen weleens heeft overwogen met het politieke werk te stoppen, vanwege het meemaken van agressie of geweld. De Jonge: “Vrouwen kiezen niet meer voor de politiek of stoppen zelfs met het vak. Of ze kiezen voor zelfcensuur en besluiten zich in mindere mate te uiten. Het maakt de democratie kwetsbaar.”
De Jonge spreekt van een maatschappelijk probleem. Volgens de minister hebben namelijk niet alleen vrouwen in de politiek, maar in alle geledingen ermee te maken. Er is al een speciaal ondersteuningsteam om vrouwen te helpen die te maken krijgen met online haat. “We gaan kijken wat er extra nodig is. Want we moeten echt voorkomen dat vrouwen niet meer voor de politiek zullen kiezen”, aldus De Jonge.
'Je kunt het nooit goed doen': waar de (online) haat tegen vrouwelijke politici vandaan komt
