Werkgevers en politiek zullen snel met een geste moeten komen om de koopkracht van mensen met lage inkomens op peil te houden, waarschuwt FNV-voorzitter Tuur Elzinga in ‘Trouw’.
De onvrede neemt snel toe bij grote groepen werknemers. En daarmee ook de druk om tot grote, collectieve acties te komen.
Het grondpersoneel van KLM legde zaterdag onaangekondigd het werk neer, met lange rijen en vertragingen als gevolg. Aan die wilde staking lag een hele cocktail van redenen ten grondslag. Maar de problemen spelen zeker niet alleen op het vliegveld.
“De buschauffeurs, de callcentermedewerkers, de mensen in de supermarkten en distributiecentra”, somt Elzinga op. “In veel gevallen hebben ze tijdens de coronacrisis keihard gewerkt om de maatschappij draaiend te houden. Ze zien dat niet terug in een hoger salaris. En nu de prijzen stijgen, komen juist zij in grote problemen.”
FNV hield onlangs een groot onderzoek onder bijna 20.000 leden. Daarbij gaf 29 procent aan nu maandelijks geld tekort te komen. Nog eens 34 procent houdt te weinig over om een buffer op te bouwen.
Een mogelijkheid om de geldzorgen op te lossen, ligt bij de werkgevers. Zij kunnen namelijk de lonen verhogen. Uit cijfers van werkgeversorganisatie AWVN blijkt dat dit ook al enigszins gebeurt.
Maar wat vanuit deze hoek verder kan worden verwacht, is onzeker. Ingrid Thijssen, voorzitter van VNO-NCW, deelde in het radioprogramma Sven op 1 dat werkgevers zich zorgen maken. “Het is een ongelofelijk onzekere tijd”, aldus Thijssen. “Wij worden als een soort pinautomaat gebruikt.”
Toch zijn er ook sectoren die door de coronacrisis juist gouden tijden kenden, zoals supermarkten, callcenters en distributiecentra. Maar ook zij trekken de portemonnee vaak niet. Veel werknemers uit deze branches hebben juist minder te besteden dan voorheen. Het FNV pleit daarnaast al jaren voor een verhoging van het minimumloon.
Omtzigt roept op tot hoger minimumloon: 'Laagste van alle omringende landen'
