Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl wekelijks mensen het vuur na aan de schenen. Deze week is zangeres Floor Jansen (42) aan de beurt. Deze maand verscheen haar eerste solo studioalbum Paragon, deze week stond ze in een uitverkocht Paradiso, waarmee haar tournee begon.
Eigenlijk heb jij best een gekke carrière. Je was vanaf je 16de de zangeres van een succesvolle Nederlandse metalband (After Forever), en werd als dertiger de zangeres van een heel grote Finse metalband (Nightwish). Vervolgens werd je bij het grote publiek jaren later alsnog bekend door het televisieprogramma Beste Zangers, en verkocht je solo enorme zalen uit, maar zónder solowerk. En nu is dat er weer een aantal jaren later als veertiger alsnog. Als er iets bestaat als wetmatigheden van succes in de popmuziek, heb jij die ongeveer allemaal totaal genegeerd.
“Haha. Ja, die heb ik totaal aan mijn laars gelapt. En dan heb je nog een pandemie niet genoemd, een burn-out, en nog veel meer. Sommige dingen gebéuren gewoon. Beste Zangers bijvoorbeeld: dat had ik wel wíllen plannen of als een strategie uitdenken, maar dat krijg je niet bij elkaar bedacht, ik in ieder geval niet.”
Je stond deze week in Paradiso, waar je het publiek bedankt voor het feit dat ze zo stil waren. Je speelt veel in het buitenland. Is het ook jouw ervaring dat door optredens heen kletsen een typisch Nederlands verschijnsel is?
“Nee. Met Nightwish ben ik net in Japan geweest, daar is het een beleefdheidsvorm dat je als publiek meteen stil bent als degene op het podium iets zegt. Maar in Zuid-Amerika zingt en schreeuwt iedereen mee. En in de Verenigde Staten kunnen mensen er ook keihard doorheen lullen, gek genoeg vooral als ze zítten. Lekker popcorn eten, drinken en kletsen terwijl een band staat te spelen.”
Je memoreerde in Paradiso dat het heel lang geleden was dat je in deze zaal stond. Die laatste keer was om precies te zijn als gast bij De Heideroosjes in 2002. Die dag had je nog een optreden, dus je kon niet mee repeteren en zag de band pas op het podium. Weet je nog wat je eerste woorden tegen zanger Marco Roelofs waren toen je opkwam, in de microfoon, voor 1500 mensen?
“Eh.. ik vrees iets over zijn lengte?”
‘Wat ben jij klein in het echt!’
“Oh, mijn God. Haha.”
Nu bén jij ook opvallend groot: 1.83. Hoe vaak komt het voor dat jij op de foto gaat met mannelijke muzikanten en ze een krukje of iets anders gebruiken om het lengteverschil te verhullen?
“Dat nooit, maar het aantal opmerkingen dat ik krijg over mijn lengte is ontelbaar. Iemand zei ooit tegen me: je moet maar eens je naam intikken op Google, dan zie je wat de meest gebruikte zoekterm is. En dat is inderdaad: ‘height’.”
Op de Rockacademie in Tilburg zat jij in de klas met Danny Vera en Jacqueline Govaert van Krezip. Nogal een succesvolle lichting. Vielen zij je toen al op?
“Ja, want Krezip was al aan het knallen toen ze nog op school zaten. Van Danny herinner me vooral zijn discussies met de songwriter-docenten, die ons vertelden wat goed was en wat niét. Danny was daar heel eigenwijs in. Dat vond ik heel grappig, want dat was ik ook. We wisten allebei al heel goed wat we wilden, en ruimte voor individuele ontwikkeling blijft altijd lastig binnen een onderwijssysteem.”
Je doet deze zomer een Duitse tournee samen met Anneke van Giersbergen. Toen jij 13 was, zong zij al in The Gathering. Dat was toen heel opvallend: een metalband met een zangeres. Was zij een voorbeeld voor je?
“Oh ja, zeker wel. Ik begon metal gaaf te vinden, en zong zelf ook al op feestjes, zat in een popbandje en zong singer-songwriterliedjes. Ik luisterde naar bands als Machine Head en Pantera, en die hadden allemaal een zánger. Ik had nooit bedacht: ik kan zélf ook in een metalband. Tot ik Anneke zag en hoorde. Haar stem en sound vond ik zó te gek, en dacht: dat wil ik ook. Vanaf dat moment ben ik tegen vrienden gaan zeggen dat ik ook ooit in een metalband wilde spelen. En zo ging dat toen, in de tijd voor Facebook en mobiele telefoons: via een vriend ging dat naar een andere vriend die weer iemand kende die in After Forever zat, wat toen nog geen grote band was, maar een stel pubers in een repetitieruimte. Dus ja, Anneke is absoluut bepalend geweest voor mij.”
Het bewijs van het nut van rolmodellen?
“Die zijn heel belangrijk, overal. Voor vrouwen en voor mannen. Mensen die laten zien wat de andere kant van de norm is. En voor jonge meisjes al helemaal, als het gaat om bijvoorbeeld mode, om dun zijn, om het moeten hebben van mega-lippen, en over de nieuwe schoonheidsidealen waar dadelijk alweer een hele generatie niet aan kan voldoen. Zo vermoeiend allemaal, en het blijft nodig dat er een tegengeluid blijft klinken uit andere hoeken.”
Je man is de drummer van de Zweedse metalband Sabaton, die 3 mei in een uitverkochte Ziggo Dome staat en ook heel veel tourt. Jullie zullen vaak jullie (tour)agenda’s naast elkaar leggen?
“Ja, we hebben zo’n Google Sheets, waar onze oma in Zweden ook op is aangesloten, zodat we meteen kunnen zien of er iets moet worden geregeld voor onze dochter, of voor onze dieren. Maar het is echt wel te doen, hoor.”
Je hebt laatst verteld dat je na een operatie vanwege borstkanker binnen drie weken weer op het podium stond. Inmiddels tour je terwijl je zwanger bent en sta je 6 juli in Royal Park Live, 8 juli in Caprera en 8 december in AFAS Live – waar overigens nog kaarten voor zijn. In 2011 had je een burn-out, en trad je toch al snel weer op, terwijl je nog niet volledig was hersteld. Kennelijk is jouw drang om op het podium te staan extreem hoog. Hoe zorg je ervoor dat die niet ten koste gaat van jezelf?
“Ja, dat is wel zo’n beetje de crux, die vraag. Die show in Zuid-Amerika toen ik nog niet was hersteld van een burn-out, die kwam wel echt te vroeg. Mijn wil om op te treden was daar sterker dan ik zélf bleek te zijn. Daar heb ik dus niet goed geluisterd naar mijn lichaam, en dat heb ik geprobeerd te verbeteren. Maar een actueel probleem is de pandemie. Die is weliswaar voorbij, maar die heeft de hele planning van onze wereldtournee door elkaar gegooid, en de gevolgen daarvan zijn echt behoorlijk. En ondertussen was ik ook een solocarrière begonnen die nu opeens samenliep met Nightwish, en toen kreeg ik ook nog een megakans aangeboden in Duitsland, door mee te doen aan Sing Meinen Song, het Duitse equivalent van Beste Zangers. Dat leverde een planning op die echt op het kantje was, maar ik heb er weloverwogen voor gekozen het te doen. Het kón wel, maar dan moet je geen kanker krijgen. Dus ik heb mezelf er min of meer doorheen gebuffeld. Zwanger worden was dan weer wél het plan, maar niet zo snel. Na kanker en na al die stress had ik niet verwacht dat ik op mijn 41ste, inmiddels 42, zó snel weer zwanger zou worden. Dan krijg je een luxeprobleem: met een grotere buik op tour. Nou ja, so be it. Ik kan eigenlijk alleen maar héél veel energie krijgen van het feit dat ik weer gezond ben.”
Je wilde vroeger bioloog worden. Dat is niet gebeurd. Is het een troost dat er inmiddels maar liefst twee dieren naar je zijn vernoemd?
“Ja, haha, dat is heel mooi. Zeker omdat we met Nightwish heel veel zijn gaan schrijven vanuit de biologie en de natuurwetenschappen. En eerlijk is eerlijk, ik zou nooit een goede bioloog zijn geworden, daar heb ik de hersenen helemaal niet voor. Maar mijn liefde voor de natuur is nog net zo groot als toen ik een kind was.“
Welke vind je de mooiste: de keversoort Tmesisternus floorjansenae, of de fossiele slangster Ophiomitrella floorae?
“Ze zijn allebei een grote eer, maar ik kies dan toch voor het beestje dat nog leeft en net is ontdekt, en dat wél nog de aarde rondkruipt.”
