Haar jeugd was moeilijk geweest. Ze was als baby uit huis geplaatst en had nooit echt een vaste bodem onder haar voeten gevoeld. Toen ze eenentwintig was, leefde ze vooral ’s nachts. Ze woonde op kamers, gebruikte drugs en bewoog zich door het leven alsof het een doolhof was waarin niemand haar kwam zoeken.
Trigger warning: dit artikel gaat over huiselijk geweld.
Op een feest ontmoette ze hem. Hij was dertig en had de uitstraling van iemand die ouder en wereldwijzer leek. Hij bewoog zich in de criminaliteit, maar zij zag dat toen niet scherp. Ze verlangde naar warmte en genegenheid. Toen ze zwanger raakte, veranderde hij abrupt. Niet in een zorgzame vader, maar in iemand die haar wilde bezitten.



















