Onze splinternieuwe columnist Maike Jeuken, moeder van zeven, verwondert zich over wat ze ziet in het nieuws. Deze week in de eerste aflevering: haar openbaring over de ‘suikertoestand’.
Volgens het RIVM drinken zo’n 19.000 Nederlandse pubers te veel pepdrankjes, waardoor zij meer kans maken op hartritmestoornissen en aantasting van het centraal zenuwstelsel. En zo wordt steeds meer bekend op het gebied van suikerhoudende supermarktproducten. Maike (foto bovenaan) ondervindt dat ook – zij het wat later dan veel andere moeders.
Lees ook
Opgelet: vergelijkbare producten kunnen enorm verschillen in hoeveelheid suiker
Achteloos graaiend in een zak chocoladepinda’s lees ik de ochtendkrant.
‘De Consumentenbond pleit voor een wettelijke suikernorm.’
Ik frommel de zak dicht.
Nieuw onderzoek toont een groot verschil aan in suikergehalte tussen voedingsproducten die – en nou komt het – sterk op elkaar lijken. Zo kan in het ene flesje woksaus anderhalf suikerklontje zitten en in een vergelijkbaar flesje zomaar zeven. Zelf kijk ik vrijwel nooit naar de etiketten maar mik in mijn kar wat ik nodig heb. Dat blijkt nu dus Russische roulette: met een beetje pech pak je de suikerbom.
Ik voel me misleid. En oké: ook wel een beetje dom.
Eén van de weinige dingen die ik in de smiezen had, waren de pakjes drinken voor school. Die bleken mierzoet en gingen op onze zwarte lijst, bij de energiedrankjes. Aldi liet deze week weten die drankjes niet meer te verkopen aan kinderen onder de veertien jaar. Bedankt jongens – en nu de voetbalkantine nog. Daar liggen die fel gekleurde flesjes nog altijd akelig naar mijn kinderen te knipogen.
Toen ik opgroeide in de seventies had je ineens priklimonade (zo’n lief woord) en bespoten groenten. Daar moesten mijn hippie-ouders een stokje voor steken. Ten aanval tegen deze troep. Mijn broertje en ik wisten niet beter en klaagden dus nooit (die kinderen had je toen nog). Totdat er vriendjes kwamen spelen die wij drinken aanboden.
‘Appel-diksap? Bah! Doe mij maar cola.’
Maar wij hadden geen cola. En we hadden ook geen chips. Wel een boomhut. Daarin dronken we dan tóch gore diksap en knaagden we braaf een rijstwafel weg. Ik schaamde me kapot voor ons koelkastbeleid, met ouders en al. Rot toch op met dat zuurdesembrood, die muesli en zoethoutstokken.
In mijn grotemensenleven heb ik vrijwel alle gezondheids-hypes aan me voorbij laten gaan. Ik was allang blij als mijn vier kinderen op íets zaten te kauwen terwijl ze ook nog netjes aan tafel bleven zitten en dat alles – bij voorkeur – zonder elkaar de hersens in te slaan. Maar nu, in retrospectief, begin ik mijn ouders te snappen. Bewuster consumeren en letten op je gezondheid: niks mis mee.
Nu is de suiker aan de beurt. Tijd om wakker te worden.
Ik leeg de keukenkastjes: pauzerepen, knijpfruit-zakjes, broodbeleg, aanmaaklimonade. Als een bezetene bestudeer ik de voedingstabellen. Sterker nog, ik laat ze de kinderen zélf lezen. Hardop. ‘Je moest toch leesmeters maken van de juf? Nou dan. Lees jij maar eens aan mama voor wat er precies staat, achterop de chocoladepasta. Maar helaas: geen geschrokken kinderblik. Het zegt ze niks, ze overzien de schadelijke gevolgen niet en bovendien: ‘Het ligt toch gewoon in de supermarkt? Kom op mam, daar mogen ze heus geen gif verkopen.’
Maar ík ben er hoor mensen. Klaar voor de strijd.
De laatste moeder op aarde die de urgentie nog niet voelde. Die ergens stiekem hoopte dat het wel mee zou vallen met die hele suikertoestand.
Klaarwakker ben ik. Nu de kinderen nog.
Lees ook
Weekendje digitaal detoxen met zeven kids: deze moeder durfde het aan
Maike Jeuken is 46 en heeft vier kinderen en drie stiefkinderen. Die voedt zij, samen met haar partner Rob, op in Zeist. Deze zomer schrijft ze columns voor LINDAnieuws over wat ze ziet in het nieuws.


















