Elke keer als ik nieuwe mensen ontmoet, en dat is minder vaak dan ooit, verrast het me hoe de gemiddelde persoon op mijn burgerlijke status reageert. “Nou ja, hoe kan zo’n leuke vrouw nu alleen zijn?”, bijvoorbeeld. Een compliment én belediging ineen.
“Je hebt zeker een ellenlange wensenlijst als het op mannen aankomt?” Of deze, ook leuk: “Ben je niet bang alleen oud te worden?” Goed, ik weet inmiddels dat het meer over de vragensteller dan over mij zegt en ik heb meteen een gevat antwoord, maar toch.
Als ze horen dat het inmiddels mijn vijfde jaar enkelspel is, zie ik ze denken: er moet echt iets mis zijn met haar. Voorheen voelde ik de drang uit te leggen dat ik in relaties niet met minder genoegen neem. Dat vrijheid me, na geweldige en minder geweldige relaties, bijna alles waard is. Als je bovengemiddeld intelligent bent, schijn je als vrouw ook snel de sjaak te zijn. Vrouwen daten in slimheid ‘omhoog’, aldus een professor op Insta. Dus als ik een IQ van 135 heb, dan blijft er nog maar 3 procent van de mannen over.
Onzin om ervan uit te gaan dat ze voor mij zouden gaan, die 3 procent. Ik ken genoeg reteslimme gasten die het heerlijk vinden dat hun partner een stuk dommer is. Kortom: ik verzamelde allerlei weetjes om vreemden te overtuigen dat mijn partnerloosheid ligit is. Daar is allang een eind aan gekomen en vrienden reppen er ook nooit over. Maar in een arena vol verse mensen tref ik vooral de single-clichés.
Vorig weekend ging ik een avond op pad samen met leuke buren en een deel van hun vriendengroep, van wie de meesten mij onbekend waren. Als het alleen de kroeg was geweest had ik bedankt, maar het betrof Boogie Nights. Dus een hele avond los op hits uit de jaren 70, 80 en 90. Dit zijn de enige feesten waar je mij tegenwoordig nog aantreft.
Het was een gezellige mengelmoes van mensen. Mannen en vrouwen stonden te swingen en met de muziek mee te blèren. Zonder enige vorm van schaamte, helemaal mijn bloedgroep, dus. Helaas had mijn burgerlijke staat ook leden van deze groep bereikt.
Een van de aanwezige vrouwen wees een man aan en zei: “Is dat niet een leuke kerel voor jou?” “Nee”, antwoordde ik, zonder te kijken en gooide m’n handen de lucht in. “DING DONG DING…. HEY… RING IT”, toen Anita Ward haar hoogtepunt bereikte op Ring My Bell.
“En die dan”, vroeg iemand anders, licht weifelend, tien minuten later… Ik keek even, voor de aardigheid en schudde mijn hoofd. Waarom denkt iedereen dat je meteen aan de man moet, laat staan wil, als je single bent? Het is by far de grootste aanname over singles.
Twee uur later vlogen bierspetters in de lucht, de meeste aanwezigen werden langzaamaan dronken. De vloer plakte en ik voelde mijn voetzolen branden op momenten dat ik even stilstond of de muziek langzaam was. Ik zag een koppel schuifelen. Alle biermensen gingen voor de zevende ronde, ik bedankte voor nog een gin-tonic.
Geheel gelukkig, een tikkeltje tipsy en moe van mijn slicke dansmoves zei ik de belangrijkste persoon officieel gedag, en fietste door de kou naar huis. Het was net na één uur ‘s nachts toen ik in mijn zalige bed, een kingsize-model, in dook. Zo’n bed is ontworpen voor stellen die graag een beetje ruimte hebben. Ik word er met mijn 1 meter 60 soms over dwars in wakker. Voordat ik de ogen sloot maakte ik me nog even zo groot als een zeester. Ook dat is singlevrijheid: ruim slapen in een luxe cocon. Zonder Ware.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
