‘Ik heb er genoeg van,’ zegt Juul. ‘Ik kan niet langer zo.’
Ik kijk haar niet-begrijpend aan. Ongetwijfeld gaat het over G., haar lover die geheel per ongeluk al getrouwd was toen hij zichzelf op Tinder adverteerde. Juuls hart laat zich echter niet dwingen, wuifde vrolijk van verliefdheid en was niet tot bedaren te brengen toen hij eindelijk bekend had al geringd te zijn. Juul had in eerst instantie geen probleem met de tweede viool, maar die lijkt nu een valse noot te raken.
‘Dus?’, vraag ik nieuwsgierig. ‘Ga je het uitmaken?’
‘Nee, ik wil een gesprek met zijn vrouw…’Ik proest van schrik mijn hete thee eruit. ‘Wat?! Zijn vrouw? Hoe dan?’
‘Ik heb haar nummer achterhaald. Ik ga haar bellen en een afspraak maken. Ik wil weten hoe slecht dat huwelijk werkelijk is, of zij iets weet van mijn bestaan.’
‘Dit is het meest onzalige idee wat ik ooit heb gehoord’, antwoord ik verbijsterd. ‘Doe niet zo idioot! Natuurlijk weet die vrouw het niet. Of wil ze het niet weten. Wie ben jij om in dat huwelijk te roeren? Als hij het zelf niet vertelt, mag jij je er al helemaal niet in mengen. Wat denk je er in hemelsnaam mee te bereiken? Ik ga het je zeggen, precies niks!’
Juul begint te huilen. ‘Maar ik hou van hem!’
‘Als je van hem houdt, doe je dit zeker niet.’
Minnares van een getrouwde man vind ik persoonlijk wel fancy klinken. Het woord beminnen zit erin. Heeft wel iets chics (daarin zal niet iedereen het met mij eens zijn). En als je ook maar een beetje chic bent, een beetje klasse hebt, laat je de echtgenote met rust. Geen telefoontje, ook geen stiekeme, geen gemors met oorbellen of lippenstift. Niets. Je stuurt hem weer keurig opgepoetst en gewassen naar huis. Ein kavalier geniesst und schweigt en dat doet een minnares ook.
Ik begrijp dat het af en toe schuurt, wanneer je hem na een heerlijk samenzijn ziet vertrekken naar zijn vrouw. Maar jezus, minnaressen die echtgenotes bellen is toch echt next level?! Absoluut not done. De ongeschreven regel.
‘Wat wil je Juul? Wil je dat hij bij jou komt wonen, 24/7 op de bank? Je kent hem eigenlijk niet eens. Ja, op zijn leukst. Maar heb je al eens de ‘ick’ gehad?’
Juul kijkt me niet begrijpend aan.
De ‘ick’, oftewel de afknapper. Bij een parttime lover zie je de ‘ick’ niet zo snel. Eet hij raar, laat hij remsporen na in de wc? Ik noem maar wat. Zelf knap ik niet zo snel af op wat de natuur brengt. Een boer, een wind (niet in bed alsjeblieft, tenzij per ongeluk), ik geef daar niet zoveel om. Knetter je op de wc? Niets menselijks is mij vreemd. Taal! Dat kan voor mij een ‘ick’ zijn. Fout taalgebruik vind ik ver-schrik-ke-lijk. Een man die ‘aangenaam’ zegt bij een kennismaking. Brrr… Ik krijg daar onmiddellijk een slappe lul van (als ik ‘m had). Of een man die het heeft over een ‘pantalon’. Je bedoelt een broek, sukkel!
Een vroeger vriendje was barkeeper, die zei consequent ‘predon’ in plaats van pardon als hij ergens met zijn dienblad langs wilde. Dat was een zachte ‘ick’. In het begin grappig, later te irritant. Dus exit.
Ooit deelde ik een huis met m’n BF. Op een mooie nacht nam ze een pracht van een man mee voor recreatieve sex. Ik sliep in de belendende kamer, waar ik midden in de nacht wakker schrok van een loeiende fluitketel. Het was echter allerminst de oververhitte waterketel, maar de versgebakken lover die zijn kookpunt al gillend bereikte. Ik doopte hem resoluut om naar Flip Fluitketel.
De ‘ick’ was groot. Tijdens de sex wachtte mijn vriendin elke keer met samengeknepen billen af totdat de hoge toon eruit kwam – die ook nog lang aanhield. De lol was er snel af, dus moest hij met fluit en al een ander onderkomen zoeken. Over fluiten gesproken: de neusfluit. Samen in de bioscoop en bij elke ademtocht fluit zijn neus! Fuut-fùùùùt! Ook een ‘ick’.
De scratch & sniff. Een typisch mannending. De geliefde met wie ik ooit samenwoonde deed dat ook. Een beetje nonchalant met zijn hand in zijn broek á la Al Bundy, beetje harken in het kruis en dan ongemerkt de hand uit de broek en dan rustig de wijs- en middelvinger gebogen naar de neus brengen en zachtjes ruiken. Voilá: de scratch & sniff.
Een kutje in het verkeer, een gierigaard, onaardig tegen de ober, nooit fooi geven, allemaal ‘icks’ die je niet direct door hebt.
Ik kijk Juul aan. ‘Herken je hier iets van? Zou je hier iets van kúnnen herkennen? Nee! Jullie gaan niet uit eten, nooit met vakantie, je hebt alleen die heerlijke momenten en daarvoor wil jij met zijn vrouw om de tafel gaan zitten? Neem even een realiteitspil vriendin!’
Juul kijkt me schuldbewust aan. ‘Maar ik heb het gevoel dat ik zoveel mis’, snift ze.
‘Dat zal. Zij heeft een deel dat jij niet hebt. Maar troost je, jij hebt een deel dat zij niet heeft. Laat dat genoeg zijn.’
Ze zucht en ziet in dat haar plan een gruwelijk idee is dat alleen maar verliezers zal kennen. Voordat ze weggaat geef ik haar nog de laatste tegeltjeswijsheid mee. ‘Een getrouwde man schat… if you wanna be stupid, you better be tough.’
