Ik weet niet hoe jij in je jeugd de weg opging tijdens de zomervakantie, maar in huize Olde Olthof was de stress al een week voor vertrek voelbaar.
We gingen altijd met de auto richting Zuid-Europa en stonden dan midden in de nacht op. Negen van de tien keer had ik bij Enschede al overgegeven. Niet omdat ik wagenziek was, maar omdat mijn ouders me om drie uur ‘s nachts dwongen een broodje te eten.
Het waren op zulke momenten een stel nerveuze volwassenen en dat deed mijn gevoelige zenuwsysteem weinig goed. Een beetje hooggevoelig was ik wel, maar van die term had niemand destijds gehoord, laat staan dat er rekening mee gehouden werd.

Geen gestress als ik later zelf op vakantie ga, nam ik me als kind dus voor. Dat lukte aardig, vooral toen ik solo reisde. Mijn ex-partners waren geen zenuwpezen, dat scheelde. Ook toen er kinderen kwamen en ik die dubbele verantwoordelijkheid voor alles voelde, was de stress beheersbaar. Mijn motto is en was altijd: als je je geld en paspoort maar bij je hebt. Luiers, water, opladers, je kunt het allemaal op je bestemming of langs de snelweg kopen.
Dit jaar leek de week voor vakantie een toppunt van souplesse; de wasmachine was ruim voor vertrektijd uitgedraaid, de oppas had alle huisinformatie twee weken van tevoren in pdf in haar inbox en de voorraad dierenvoeding was bijgevuld. Ik verheugde me op de trip naar Sicilië, waar zelfs koffie naar liefde smaakt. Slechts twee dingen stonden op mijn to-dolijst: ontspannen en boeken lezen.
Gelukkig let ik op de gele borden langs de snelweg, dus wist ik ruim op tijd dat een deel van de weg uitgerekend tijdens de nacht van ons vertrek, afgesloten was. Het is twintig minuten omrijden, voorspelde Google. Zo rijden we, goed voorbereid, in het holst van de nacht richting Schiphol waarvan het eerste deel niet over het vertrouwde klotestuk A1, maar door slaapdorpen als Twello en Teuge.
We passeren welgeteld één slingerende bestelbus, met Pools kenteken. Als ik eindelijk de invoegstrook oprijd met grote lichten van een haastige achterligger in de spiegels, doemt er links op de weg een schaduw op. Het lijkt op een miereneter. Het gaat allemaal razendsnel, ik heb geen tijd om te remmen. Ik hoor een klap, en rijd over een bobbel. Ik kan niet remmen, anders zit de man achter mij in onze kofferbak. “Wat in de hell was dat?” zegt Charlie geschrokken achterin.
“O nee“, zeg ik helemaal overstuur. “O nee, ik heb het doodgereden!” Over dat laatste is geen twijfel mogelijk, ik reed al bijna honderd, want ik gaf gas op de invoegstrook en na mij kwam meneer haastje-repje met z’n dikke Q8, die me langs de doorgetrokken streep al voorbij is. Die heeft niet eens gemerkt dat hij over iets heen reed, denk ik.
Met een hand voor mijn mond rijd ik verder. “O wat erg”, zeg ik. “O wat erg.” Ik kan wel janken. Puck, die naast me zit, legt een hand op mijn knie en zegt: “Mama, je kon er écht niks aan doen. Als je had geremd had je ‘m alsnog geraakt en botste de man achter op ons. Nu heb je een ongeluk voorkomen. Je hebt het goed gedaan.” Ik houd zielsveel van m’n dochter, maar haar woorden helpen niet. Ik heb het helemaal niet goed gedaan.
“Maar…” hoor ik weifelend vanaf de achterbank. “Eh… Wat was het nu precies?” Puck zoekt het op. ”Het was een das… zeker weten.” Ze googelt, laat foto’s zien en komt met informatie in de hoop me een beter gevoel te geven. Zoals: “Gelukkig, het is geen beschermde diersoort meer.” Als ik af en toe nog “O wat erg” uitkraam, hoor ik: “En hij liep heel langzaam, ik denk dat hij al een beetje ziek was.”
“De vakantie moet nog beginnen”, denk ik hardop. “En ik heb al een dier doodgereden. Dat is geen goed teken.”
De rest van de reis verloopt meer dan voorspoedig, zonder enige vorm van stress, vertraging of tegenslag. Sicilië is heerlijk, het is er zonnig, marktkoopmannen in Syracuse zingen uit volle borst, ik eet pizza met gorgonzola en vijgen, de zee werkt kalmerend op mijn brein. Niks zou me moeten herinneren aan de brute moord op de invoegstrook, en toch zie ik de das nog vaak voor me.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
