“Ik hoor van iedereen dat ik er slecht uitzie…” Rick en ik zitten op een terras, ik heb hem maandenlang niet gezien en schrik van zijn staat. Hij ziet er behoorlijk beroerd uit, maar wat helpt het om dat tegen hem te zeggen?
“Vind jij dat ook?” Shit. “Nou, ik kan wel zien dat je niet bepaald gelukkig bent”, zeg ik. “Maar dat is misschien ook omdat ik je al zo lang ken.” Hij zucht. Het is moeilijk om hem te zien lijden, merk ik. “Het is verrot. Onze relatie gaat al een paar maanden echt ruk, eigenlijk al een jaar.”

Ik ken Rick lang. Zijn vriendin Merel ook, ze zijn nu tien jaar bij elkaar. Ruim voordat zij elkaar ontmoeten waren Rick en ik al bevriend. God, wat was dat een perfecte match. Hij was een stuk ouder maar serieus, zij jong en levenslustig. In conversaties deed ze soms wat onnozel, maar ik vond haar grappig en het belangrijkste: ze was goed voor Rick.
Rick en ik bellen zelden, appcontact heeft meer regelmaat. We maken elkaar nooit verwijten en nemen beiden geen blad voor de mond. Toen de vader van de meiden en ik uit elkaar gingen had Rick weinig positiefs over de ex te zeggen. Hij was vooral opgelucht dat ik voor mezelf koos. Ik beloofde hem toen plechtig dat ik ook eerlijk zou zijn, een vriendendienst, als hem zoiets zou overkomen.
En nu zitten we hier en is hij doodop van relatie-ellende. De wallen zijn diep, zijn blik is flets. Ik knijp even in zijn hand, die boven de asbak hangt. “Sorry, ik ben weer stiekem gaan roken. Stom he?”, zegt hij. Ik geef hem een glimlach. “Het is Merel”, zegt hij. “Ik word gek van haar. En ik vind het niet tof dat ik nu bij jou erover klaag.”
Toch gaat hij door. Ze geeft hem nooit tegengas, ze vindt alles goed, bepaalt ondertussen helemaal wat er gebeurt. “Ze lijkt meegaand, maar eigenlijk manipuleert, nee beter gezegd, saboteert ze de hele zaak. Ik kan niet met haar praten, ze groeit niet met me mee. Of zoiets. Snap je?”
“Ik denk het”, is mijn slappe antwoord, want ik kan zijn gedachtenkronkels nauwelijks volgen. Hij smijt de ene na de andere zin over tafel. “En dan dat verrekte bang zijn. Al die angsten waardoor we nooit eens ontspannen ergens kunnen zitten. Laatst wilde ze dat ik bij een concert eerst ging overleggen wanneer ik verdomme naar het toilet kon.”
“Mag ik eerlijk tegen je zijn?” – want ik ken Rick, en hij heeft daar niet altijd zin in. Hij knikt. “Ben je nog samen met Merel omdat uit elkaar gaan betekent dat je gefaald hebt?”
“Ja, dat ook. Maar ik houd nog wel van haar.”
“Natuurlijk, en dat weet ik. Maar soms is dat alleen niet genoeg”, zeg ik, als ervaringsdeskundige. “Ze is nota bene voor mij uit Groningen vertrokken… En Geert, haar vader, is voor mij een soort papa. Onze levens zijn in al die jaren volledig met elkaar verworteld.”
Weer die zucht. Ik denk niet dat dit goed gaat komen, maar herken ook dat Rick nog niet aan een beslissing toe is. Moet ik hem zeggen, dat ik denk dat het beter voor hem is als hij het uitmaakt en voor zichzelf kiest? Ik twijfel. Wat heeft hij aan dat advies?
Ik besluit het verhaal te vertellen van Ingrid, een juf van de basisschool van de meiden. Zij kwam eens bij me op de koffie, toen mijn relatie in zwaar weer zat. Ingrid was zelf al jaren gescheiden. Ze luisterde en was oprecht begaan en geïnteresseerd. Bij het afscheid zei ze: “Jij hebt het besluit al genomen, maar je bent er nu nog niet klaar voor. Geloof me, dat komt vanzelf. Soms zijn er maar twee, soms vijfhonderd druppels nodig voordat de emmer overloopt. Maar als het moment daar is, dan weet je het meteen.”
“Oh”, zegt Rick terwijl hij me nonchalant aankijkt. “Denk jij dan dat ik al een besluit heb genomen, maar gewoon nog niet klaar ben voor de actie?”
“Eh… ja”, zeg ik terwijl ik hem niet aan durf te kijken. “Alleen jij weet dat zeker. Ik raad alleen maar.”
“Ik weet het niet of ik dit nu kan”, zegt hij op fluistertoon. Kort maar hard, knijpt hij in mijn hand.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
