Al sinds mijn vroege jeugd leid ik aan een bescheiden vorm van misofonie. Voor degenen die niet weten wat dat is: letterlijk vertaald betekent het de afkeer van geluid.
In mijn geval, en volgens mij bij de meeste mensen, uit zich dat vooral in de walging van het moeten luisteren naar het geluid van mensen die zitten te eten. Dus het malen van voedsel met de kaken, slikgeluiden, smakken, etcetera. Koken kan ik van interne agressie als iemand in mijn buurt luidruchtig consumeert.
Niet dat ik recht van spreken heb, daar ik zelf al sinds jaar en dag last heb van een knappende kaak. Als ik kauw met de rechterkant van mijn gebit knakt, of knapt, bij elke eetbeweging het gewricht. Tenzij ik ik met mijn hand tegendruk op de kaak geef, maar dat doe je natuurlijk niet, want dat eet zeer oncomfortabel. En helaas: ook van de door mijzelf geproduceerde herrie heb ik last, al hoor ik het tegenwoordig minder dan voorheen.
Er zijn volgens het wereldwijde web een aantal dingen die je er tegen kunt doen, waarvan het nemen van ontstekingsremmers en het geven van rust de grootste aanbevelingen zijn. Nou is die tweede optie niet echt mogelijk daar ik dagelijks moet eten en van een ontsteking is geen sprake, want het doet geen pijn. Het enige dat er op zit is het radicaal accepteren en er mee leren leven. Dat gaat aardig.
Heel anders is dat bij mensen anders dan ik zelf, dat lukt nog maar moeizaam. Daar had een collega de ideale oplossing voor, tenminste dat vond hij zelf. Hij en zijn vrouw kunnen geen van beiden tegen het geluid van etende mensen, niet eens van elkaar. “Elke avond wanneer we aan tafel gaan”, zo vertelde hij trots, “doen we onze oordopjes in.”
Ik ging er van uit dat hij van die schuimen pluggen bedoelde die je tot een dun staafje rolt en dan in je oor propt. Vervolgens zetten die uit en zo hoor je vrijwel niets meer. Hij keek me aan alsof ik net iets absurds had gezegd en begon te lachen. Nee natuurlijk niet gek, dat ziet er toch heel raar uit? Stel je voor dat heel het restaurant dat ziet. Kennelijk deden ze het ook als ze uit eten gingen.
Nee, hij had het over de draadloze doppen van zijn telefoon. Superhandig, want wij hebben die met noise-canceling. Je hoort elkaar nog wel, maar precies niet wat je niet wilt horen. En ondertussen zie je er gewoon uit alsof je zit te bellen. Behalve dat je niet zit te bellen en in stilte tegenover elkaar zit, blijkbaar ook in horeca-etablissementen. Dat ziet er toch juist heel bizar uit?
Even leek hij ietwat teleurgesteld, maar toen zei hij opgemonterd: “Ik denk oprecht dat dit de redding is geweest van ons huwelijk.” Het is jammer dat Steve Jobs niet meer onder ons is, want hij had vast graag geweten dat zijn oordopjes de reden zijn dat een, wat mij betreft, verder zeer matig huwelijk in stand wordt gehouden.
