Dat ook de jongste begint te puberen heeft zowel na- als voordelen. Zo kan ik soms avonden achtereen een boek lezen. Helaas was Charlie altijd erg opgeruimd, dat is wel voorbij. Ik laat het gaan, lees: ik trek gewoon de slaapkamerdeur dicht zoals ik het bij haar zus ook doe. Soms gris ik wat vuile vaat weg, want fruitvliegjes houden van zompige tienerkamers vol yoghurtresten en Fruitella-papiertjes. De dochters konden het lange tijd, tot ver in corona, goed met elkaar vinden. Maar das war einmal.
Nieuwe fase, nieuwe fratsen. De een kan wat beter omgaan met elkaar in de zeik zetten, dé Olde Olthof liefdestaal, de ander is zeer competitief.
Ooit trof ik Puck als peuter huilend bij de voordeur aan, nadat ze het laatste stukje zandweg naar huis op haar loopfiets had gerend. Ik dacht dat ze gevallen was, en zei: “Wat is er gebeurd?” Ze wees in tranen naar de hond, die vrolijk mee was gelopen. Boos zei ze: “Dimple heeft me ingehaald, hij was eerst.” Charlie kan niet tegen onmacht, dus kaartspelletjes als pesten waren lang een uitdaging. Tot haar achtste vlogen de azen en boeren regelmatig door de woonkamer als ze dacht dat er vals werd gespeeld.
Ik vind het heerlijk dat ze ouder worden en overal ineens een mening over hebben. Ze zien niet alleen je tekortkomingen, ze stippen ze graag, en dagelijks, aan. Zo sneed ik mezelf laatst met een scheermesje, terwijl ik in de douche stond. Ik zag dat het mesje vies was en wilde het vuil met mijn vinger wegvegen. Heel stom natuurlijk. Ik sneed mezelf in de wijsvinger, en diep ook. “Godsamme. Jezus wat ben ik toch dom”, mopperde ik. Op dat moment liep Puck de badkamer in. Het bloed had zich rap met het douchewater gemengd waardoor het een indrukwekkend bloedbad was.
Heel rustig zei ze, op volwassen toon: “Mama, je moet niet meteen zo boos op jezelf worden, hoor. Dat doe je heel vaak.” Ze schoof de douchedeur opzij, bekeek de schade en zei: “Wat bloed je erg. Ik pak wel een pleister, houd je hand er maar goed op.” Ik werd stil van haar kalmte. Toen voegde ze eraan toe: “En waarom scheld je zo op jezelf?”
Met een rotvaart trok Charlie ineens de badkamer open. Lichtgeïrriteerd zei ze: “Wat is er nu weer allemaal aan de hand? Waarom schreeuwen jullie zo?” Ze keek omlaag, ontdekte het rode douchewater, kreeg grote ogen en zei: “Ja, hier kan ik dus echt niet tegen, ik moet daar zo van plassen.” Ze smeet de deur weer dicht. Puck en ik lachten hard toen we haar met ferme stappen naar de wc beneden hoorden lopen.
De dochters krijgen ook de leeftijd dat ze me met meer kunnen helpen, al gaat dat niet echt van harte. Afgelopen week moest ik een lampje vervangen in een plafonnière. Puck tikt de 1.75 meter aan en is een fijne hulp. Niet alleen vanwege haar lengte en ledematen, ook dankzij haar geduld. Bovendien heeft Puck betere ogen dan ik. Charlie en ik kunnen ook heus samen een kastje in elkaar zetten, maar dat gaat gepaard met veel explosiviteit. Het gezamenlijke frustratieniveau is sneller gehaald en we zijn snel afgeleid. Het is vaker voorgekomen dat we een meubel gingen verven en dat we halverwege ineens een zwembad voor de hond opbliezen, eieren gingen bakken of toch even naar de Intratuin reden voor wat plantjes.
Hoe dan ook, ik stond op een trappetje, Puck draaide de schroefjes uit het glas. Ik hield de plafonnière vast zodat het niet kapot zou vallen. Minutenlang met gestrekte arm staan is niet mijn talent, en schroeven draaien niet die van Puck. Telkens als ze ernaast mikte, maakte ik een geluidje. Zij lachte me uit toen ze me hoorde kreunen van het spieren verzuren. Terwijl ze poogde de schroefjes los te draaien keek ze me spottend aan en zei: “Moeilijk hè mam, dat je er net niet bij kunt, met die korte armpjes van je?”
Zoals ik al zei: het wordt alleen maar leuker.
