Interview

Tjitske Reidinga: ‘Eigenlijk ben ik helemaal niet zo attent’

Wat er in de serie ook tussen hun personages in speelt, de band die Tjitske Reidinga (52) met Linda, Lies en Susan in het echte leven heeft is onvoorwaardelijk. In vrolijke tijden of, zoals nu, in rouw.

Vaak zien we elkaar niet, maar wel regelmatig – één keer per jaar met z’n vieren een paar dagen weg, bijvoorbeeld – en wát wij delen is voor mij net zo waardevol als een heleboel andere vriendschappen. Als we elkaar maanden niet hebben gezien, pakken we de draad zo weer op. Wat wij samen hebben is voor altijd. Linda, Lies en Suus kennen me door en door. Ik vergeet verjaardagen, bel niet iedere week, als ik met iemand in gesprek ben, ga ik niet ondertussen ook nog even een appje sturen of een mailtje beantwoorden. Ik kán het wel, multitasken, maar niet op communicatieniveau. En ik vind het ook onzin om altijd de telefoon op te nemen, of overal bereikbaar te zijn. Eigenlijk ben ik helemaal niet zo attent. Weet je wat ik merk? Dat ik veel meer behoefte heb aan stilte. Vroeger was ik daar bang voor, maar ik heb ontdekt dat stilte voor iemand zoals ik – met een heel druk hoofd – juist enorm rustgevend kan zijn.”

VADER I
Tjitske werd, in haar eigen woorden, “verwekt tussen de koriandervelden van Oeganda”. Vanwege het werk van haar vader woonde ze van haar derde tot haar achtste in Malawi. “Opgroeien in een ander continent is heel bepalend geweest. Ik bekeek de wereld door een andere bril en heb van jongs af aan geleerd dat er méér is dan de plek waar wij leven. Ik sta open, sluit makkelijk vriendschappen, maar weet ook – doordat ik als kind een paar grote verhuizingen heb meegemaakt en me steeds opnieuw moest aanpassen – hoe ik op een goede manier afscheid kan nemen. Ik ben enorm melancholisch, maar niet zo van: o, was alles nog maar net zoals vroeger. Nee, dat was toen. Zo is het nu niet meer. Volgende fase. Het leven gaat door.”

Die houding, zo’n aanpak, heeft tijd nodig. Haar vader overleed op 21 januari van dit jaar en ze weet, eerlijk gezegd, even niet hoe het nu verder moet. “Het is als een tekening die ik opnieuw moet inkleuren. Een paar weken na zijn dood was ik op weg naar een voorstelling in Middelburg toen ik me ineens realiseerde dat ik niet eerder zo lang niet met hem had gesproken. Hij was een karakteristieke figuur, inspirerend, gevoelig. Ik heb zo veel met hem opgetrokken, vooral toen mijn moeders gezondheid erg achteruitging. Wij – mijn vader, mijn broer en ik – zijn in de afgelopen jaren heel erg hecht geworden.

Mijn vader was zo’n beetje m’n beste vriend, we konden echt overal over praten. Hij was erg met geschiedenis bezig, wist veel, zág veel. Nadat hij eenmaal de wereld was ingegaan, heeft hij zich in Nederland nooit meer honderd procent thuis gevoeld. Echt een ontdekkings­reiziger, een global citizen. Toen hij last kreeg van paniekaanvallen en hyperventilatie heeft hij een tijdje bij ons in huis gewoond. Dat is een familiedingetje: plotseling overvallen worden door angst en een hart dat daardoor op hol slaat.”

Tijdens de laatste twee maanden van zijn leven woonde Tjitskes vader in een appartement waar hij bijna elke dag een pakketje liet bezorgen. Van huishoudelijke apparaten tot luxe hebbedingen: er kwam geen einde aan. Op een filmpje dat Tjitske op Instagram postte, staat hij in een kamerjas te swingen op jazzklanken, een man die zich lijkt te ­verheugen op alles wat nog komen gaat. Een paar weken na zijn overlijden werd de laatste bestelling bezorgd: het verzameld werk van schrijver en dichter J. Slauerhoff.

“Ik heb heel sterk het gevoel dat mijn vader nog bij me is. Overal hoor ik zijn stem, ik weet wat hij van dingen kan vinden, waarover hij zich opwindt of juist ontzettend om moet lachen. Het is ook erg fijn om met anderen over hem te praten, zoals laatst, tijdens de fotoshoot voor deze LINDA. met Linda, Lies en Suus. Ze hebben hem gekend, ze wisten hoe sterk de band met mijn vader was. Met hen te kunnen praten over zijn laatste dagen, zijn begrafenis – dat voelde zó vertrouwd.

Mijn vader zal altijd bij me blijven, maar ik zal op den duur meer moeite moeten doen om hem te vinden in mijn hoofd. Ik kan hem niet meer bellen. Ik krijg hem niet meer op een presenteerblaadje aangeboden, ik moet het zelf doen. Mijn vader was heel goed in leven … en nu begin ik te huilen, nee, ik vind het helemaal niet vervelend, het ligt gewoon zo gevoelig allemaal. Hij was veel positiever dan ik, het voelt ook alsof hij tegen me zegt: máák er wat van! Dat doe ik, zo goed en zo kwaad als het gaat. In het theater staan, een voor­stelling spelen, helpt daar heel goed bij. Het is een manier om iets met dat verdriet te doen.”

TRENDING