Dubbelinterview

Herman & Daphne: ‘Als je gewoon van alles een beetje neemt, heb je het toch allemaal geproefd’

Zij heeft nul culinair talent maar is dol op familie-etentjes, hij kookt de sterren van de hemel maar is nooit thuis. Wat bindt: kaas. Chef-kok en ondernemer Herman den Blijker (66) en schrijfster Daphne Deckers (56) kunnen niet zonder.

DAPHNE: ALS IK MOET KIEZEN TUSSEN kaviaar of friet, neem ik echt liever een frietje. Ik heb de attractie van kaviaar nooit zo begrepen.
Herman: “Wij hadden in restaurant Goud een patatje oorlog met kaviaar op de kaart. Verse friet, zelfgemaakte mayo, wat bladgoud en twee eetlepels kaviaar. Dat is wel echt een goeie combinatie, hoor.”
Ik ben opgegroeid in Zuid-Limburg en wat ik superlekker vind is friet met zuurvlees.
“Weet je wat ook retelekker is? Van die beetje vettige Opperdoezer-aardappelen: als je daar de schil afhaalt en ze in een pan doet met een klont boter en genoeg ui, knoflook en peterselie, dan vreet je die pan erbij op, hoor.”
Jij proeft door je werk natuurlijk de hele dag door.
“Dat hoort bij het horecaleven, ja. Overal steeds hapjes van nemen, on­regelmatig eten. En als de zaak ’s avonds laat dichtging, kwam er een plank rauwmelkse kazen van Betty Koster op tafel.”
Ik ben ook gek op schimmelkazen, vooral van die stinkende. Als mijn vader vroeger een bakje Rommedoe openmaakte, ging het hele gezin neer, maar nu kan ik er zelf niet van afblijven.
“Voor mij was die kaas een soort verslaving. Als hier zo’n plank lag met van die huilende kazen, die bovendien niet weer terug de koelkast in konden, dan móést het op. Zuurdesembrood erbij, heerlijk.”

TRENDING