De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik geen held ben in begrafenissen. Ik zou nog naar de uitvaart van de zus van de postbode kunnen gaan en zelfs daar moet ik huilen. Als ik mensen intens verdrietig zie om het verlies van iemand waar ze vreselijk veel van houden dan komen de waterlanders vanzelf.
De wanhoop en pijn die ze voelen, omdat ze weten dat ze diegene nooit meer kunnen spreken, zien en/of vasthouden heeft altijd direct zijn weerslag op mij.
Maar nu was het anders. Nu huilde ik ook omdat ik zelf verdrietig was.
Vandaag was de uitvaart mijn Tante Jannie. Ze was niet mijn tante vanwege een familieband, maar mijn peettante, wat ze geworden was omdat ze één van de beste vriendinnen van mijn moeder was.
Bijna een halve eeuw hebben ze elkaar gekend. Ze begonnen als collega’s en zagen later als vriendinnen hoe ze beiden aan een huwelijk begonnen, hoe ze een gezin stichtten en hoe hun eigen kinderen weer kinderen kregen. En nu is daar een einde aan gekomen. Jannie was klein van stuk, zo’n één meter vijftig en zeer rank, maar in haar daden was ze groot. Ze was iemand die in iedereen iets positiefs zag, altijd klaar stond voor de mensen om zich heen en je veelvuldig wist te verrassen met iets attents. Er ging in mijn jeugd geen verjaardag voorbij, ik ben geboren op oudejaarsdag, of ze vond wel een manier om even langs te komen. Ook al moest ze die dag nog naar familie in Duitsland en had ze nog een dag in de auto te gaan.
Ze was iemand die je altijd zag, die aandacht voor je had en oprecht wilde weten hoe het met je ging. Ondanks de beperkte ruimte die ze fysiek innam, behoort ze tot de grootste personen die ik ooit heb gekend. Terwijl haar kinderen beiden een prachtige speech over haar gaven die de hele zaal tot tranen roerde, daalde op mij het besef neer dat de kans dat ik zelf binnen nu en een aantal jaar aan de kist van een van mijn ouders sta groot is. Ik pak de hand van mijn moeder, die naast me zit, en knijp er zacht in. Zittend in deze kerk vraag ik me af wat ik zou moeten zeggen, mocht het ooit haar tijd zijn.
Hoe vat je een leven samen in een korte speech? Hoe hou je je staande als de brok in je keel je weerhoudt van een coherent verhaal houden? En hoe ga je om met nooit meer je moeder kunnen vragen om raad, een knuffel of gewoon even bellen voor een praatje over niks? Het leven is niet altijd eerlijk, maar de dood is werkelijk keihard, onomkeerbaar en definitief.
Bij het uitdragen van de kist staan mama en ik allebei met een papieren zakdoek de tranen van onze wangen te vegen. Ik huilde om het verlies van mijn peettante, voor haar geliefden en ik huilde om de wetenschap wat er in de toekomst nog gaat komen. Buiten stapte ik, tijdens het teruglopen naar de auto, in de hondenpoep.
