Je zou denken dat ik met mijn trackrecord aan woningruil wel verstand van verbouwen heb, maar niets is minder waar. Schilderen gaat me goed af, behang afhalen ook, maar een boormachine gebruiken of een bureau in elkaar timmeren laat ik liever aan een ander over. Ieder z’n expertise.
Opruimen en weggooien, vind ik dan wel weer heerlijk.
Naar de stort rijden, spullen naar de kringloop brengen, textiel op Vinted plaatsen, intact huisraad naar vluchtelingen brengen; ik draai er m’n hand niet voor om. Charlie vindt het lief dat ik van alles ‘gewoon weggeef’, maar dat is eerder gemakzucht dan naastenliefde. Want gratis = snel weg.
Soms moet je wel, vanwege tijdnood. En dan blijkt dat niet alleen Onze lieve Heer rare kostgangers heeft, Marktplaats ook. ‘Gratis op te halen laminaatvloer, wel zelf eruit halen’, plaatste ik tweemaal. Een keer voor de oude vloer in het nieuwe huis en een voor de vloer in het oude huis. Ik heb de gekste lui aan de deur gehad. Van een drugs-duo (inclusief rare tics) dat foutparkeerde en na een half uur de vloer én een bekeuring had tot het gozertje dat m’n laminaat inclusief muurplinten eruit trok. Hij vertrok razendsnel toen ik boos werd en blokkeerde me op Whatsapp. Gelukkig was er ook een keurige man die een bos bloemen meenam toen hij een tafel ophaalde.
Ik heb sowieso genoeg aanloop: koeriers, vrachtwagenchauffeurs, verhuizers, vrienden, (nieuwe en oude) buren en familie. Bekenden weten doorgaans hoe gering mijn woordenschat is als het op gereedschap aankomt. Zo kwam Coen, mijn broer, vanmiddag langs om een loodzware lamp, art-decostijl, op te hangen. “Heb je ook een spanningzoeker?”, vroeg hij, half leunend tegen de muur om een plafonnière te verwijderen. “Een wat?”, antwoordde ik. “Eh, laat maar…”
Vijf verhuizingen geleden, ergens in Haarlem, sprak hij de legendarische woorden: “Sorry maar je help-me-verhuizen-strippenkaart is op. Dit is de laatste keer.” En toch steekt hij, zonder mopperen, opnieuw de handen uit de mouwen. Ik was al twee dagen met m’n beste vriend op pad geweest voor items als een hoekprofiel, een mannelijke splitter en een verstekzaag. Ik weet misschien niet waar je het precies voor gebruikt, maar wél waar het bij de Gamma of Praxis – in Deventer – hangt.
En ook al ben ik nog zo goed in geldlijstjes maken, verhuizingen kosten altijd het dubbele aan tijd en -vooral- geld. Die muur die je toch wil behangen, kapotte plinten, extra bier voor de klussers, een vuilcontainer huren, deurbeslag uitzoeken. Het is een simpele optelsom van kleine onkosten zoals een verlengsnoer hier en een prullenbak, kastverlichting en haak voor de kapstok daar. Onderaan de streep staat er toch ineens een wanstaltig bedrag. Ik geloof dat ik Kerst dit jaar maar met soep en brood vier (wél bij de nieuwe gashaard).
“Kun je even een schroevendraaier pakken?”, vraagt Coen. De lamp hangt bijna. “Daar heb ik er genoeg van”, antwoord ik zelfverzekerd. Ik heb de oude gereedschapskist van pap en daar ligt, voor zover ik dat kan beoordelen, alles in. “Kruiskop?”, schreeuw ik vanaf de schuur naar het open raam op de eerste verdieping, waar Coen staat. “Nee”, schreeuwt hij terug. “Een normale, een kleine.” Voor zekerheid neem ik drie formaten mee naar boven. Als ik hem de eerste overhandig, schiet-ie in de lach. “Dit Maaike…”, zegt hij op sarcastische familietoon: “dit is nu een spanningzoeker.”