Wie zwanger is en een handicap heeft, kan niet altijd op leuke reacties rekenen, vertelde Claudia ons vorige week. Linda Beugelink- Kleine (32) kan daarover meepraten.
Zij heeft spasmen en merkte tijdens de zwangerschap dat veel mensen negatief reageerden.
Lees ook
Claudia werd – ondanks haar handicap – zwanger: ‘Alle vooroordelen maakten me onzeker’
Bedenkelijke blikken
“Er waren mensen die tegen mij zeiden hoe leuk ze het vonden, maar die er bedenkelijk bij keken. Achteraf hoorde ik dat ze het niks vonden dat ik zwanger was”, vertelt Linda ons. Zij is aangeboren spastisch aan haar rechterarm en -been. “In huis kan ik wel lopen, maar op straat zit ik meestal in een rolstoel.”
Onzeker
En dat zorgt vaak voor vooroordelen – zeker toen ze zwanger was. “Mensen die reageren op een manier van: ‘het gaat je toch niet lukken’. Of die allemaal vragen beginnen te stellen, over of ik het allemaal wel zou kunnen. Soms zo veel vragen dat ik er onzeker van werd en er bijna zelf aan ging twijfelen.”
‘Dat kan jij niet’
Die reacties kwamen uit haar directe (werk)omgeving, maar ook van mensen op straat. “Mensen die zagen dat ik zwanger was én in een rolstoel zat, vroegen bijvoorbeeld of ik last had van bekkeninstabiliteit. Iemand die met een kindje op haar arm rondliep, zei een keer tegen mij: ‘Dat kan jij natuurlijk later niet’.”
‘Politiebureau’
De heftigste ervaring had Linda ná haar zwangerschap, op het consultatiebureau. “Het leek daar wel een politiebureau. Ik kreeg alleen maar vragen: ‘Hoe vervoer je hem? Heb je wel een autostoeltje? Hoe doe je hem in de gordel? Hoe vervoer je hem in huis? Laat je hem weleens vallen?’ Dat was echt een negatieve ervaring.”
Positief blijven
Linda besloot er niet verder op in te gaan. “Ons kind was gezond, groeide goed, en doet alles zoals het moet.” Het is sowieso de manier waarop ze met alle vragen en opmerkingen omgaat: zo goed mogelijk beantwoorden, en proberen het positieve eruit te halen.
Vragen mag
Met oprecht vragen is trouwens niks mis, benadrukt Linda. “Ik heb liever dat mensen vragen hoe iets voor mij is, dan dat ze me lang blijven aankijken zonder iets te zeggen. Ergens begrijp ik het ook wel: het is zwaarder dan voor mensen die zonder handicap kinderen krijgen. Maar probeer niet meteen in het negatieve van een handicap gaan denken.”
Zitje op de scootmobiel
En voor wie het zich tóch af mocht vragen: Linda redt zich prima. Alles is op te lossen, zegt ze. “Mensen met een handicap zijn vaak veel creatiever. Toen Tim (nu 2,5) nog een baby was, gebruikte ik de kinderwagen om hem te vervoeren in huis. Dan legde ik hem in de slaapkamer in de wagen, en haalde ik hem in de woonkamer weer uit. Inmiddels vervoer ik hem vaak in een fietsstoeltje dat ik achterop mijn scootmobiel heb bevestigd als hulpmiddel.”
Tuigje
En of zo’n beweeglijke kleuter niet wat moeilijk in toom te houden is? “Toen Tim nog wat kleiner was, hadden we een soort ’tuigje’, zodat hij bijvoorbeeld niet plotseling de straat oprende. Inmiddels is hij al wat groter, en luistert hij goed. Hij weet dat mama niet achter hem aan kan rennen en houdt daar rekening mee. Dat voelen kinderen wel aan.”
Linda en Tim:


Lees ook
Nederland biedt nog te weinig hulp aan mensen met een handicap
Ook Esther zit in een rolstoel. Ze kwam daarin terecht na een rugoperatie. De kilo’s vlogen eraan, maar sporten ging niet meer. Toch lukte het haar om in half jaar tijd 40 kilo af te vallen, vertelt ze bij LINDA.tv:

















