Ik denk niet dat Bennie en Cecile net zo vaak aan mij denken als ik aan hen. De ouders van mijn eerste liefde komen al jaren wekelijks uit een een laatje van het geheugen, als ik schalen in de vaatwasser zet of ze gebruik om pasta uit te eten.
Die kommen namen zij 28 jaar geleden voor me mee van de Italiaanse camping aan het Gardameer, de Toscane-bestemming van de jaren negentig.
Zo zijn er wel meer mensen en objecten die onbelangrijk zijn en toch, als versnipperde figuranten, deel uitmaken van mijn huidige leefomgeving. De lamp van de vader van buurmeisje Marieke die op het bureau in mijn kantoor staat, bijvoorbeeld. Overigens is niet alles in pais en vrede overgedragen, zo heb ik een houten tekenpop (die voor de verhoudingen dient) uit het klaslokaal van meester Keizer ontvreemd.
Als het op muziek aankomt zijn de herinneringen wel heel lukraak (of random zoals m’n tieners zeggen). Zodra De La Soul met Ring Ring Ring op de radio is, sta ik weer in Mac&Maggie-outfit bij Jetset in Hengelo op de dansvloer. Ongemakkelijk was ik, net veertien jaar en illegaal binnengesmokkeld door de 18plus-vriendinnen. Dansend met een man die zich enorm uitsloofde met breakdance bewegingen. Of het I’m not Scared hijgliedje van Patsy Kensit. Ik zoende er als een malle op met een Portugees in Spanje, na een dampende busreis en ranzig broodje kroket.
Uiteraard zijn er ook herinneringen voorzien van een nare bijsmaak. Als ik De Vergulde Hand Scheermousse zie, denk ik standaard aan Fons. Hij spoot de schuim voor de grap op een taartje met aardbeien van onze vriendin Isabel. Zij was woest, ik vond het geestig. Het bleek einde vriendschap en als ik m’n benen scheer gebruik ik nooit mousse van De Vergulde Hand.
Als iemand slakken eet (ik krijg ze niet meer weg) denk ik aan het Franse meisje, wier naam ik vergeten ben. Zij mocht elke zomer bij de buren in Almelo een paar weken vakantie vieren omdat haar ouders te arm waren, zo werd mij verteld. Zij kon uren schommelen en zong telkens hetzelfde liedje. Ze leerde me de tekst, waardoor ik op m’n vierde al wist wat escargots betekenen.
Wat ik me echter niet eerder realiseerde, is dat je ook zelf in iemands laatje kunt zitten. Onlangs raakte ik in gesprek, toevallig, met iemand uit het oude studentenhuis in Leiden. Kees woonde maar heel kort bij ons, maar we konden het goed vinden, we lachten veel. “Weet je wel dat ik nog regelmatig jouw Tortellini alla Panna maak voor mijn vrouw en kinderen?” zei hij. Ineens herinnerde ik me hoe vaak ik dat als avondeten voor de huisgenoten maakte.
Gisteren kwam ik op een feestje toevallig iemand van vroeger tegen. We deelden samen wat vakken op de opleiding in Utrecht. ‘Weet je dat je best belangrijk voor me bent geweest?’ zei Bas op serieuze toon. Ik verslikte me zowat in de toast, het had me echt minuten gekost z’n naam voor de geest te halen en nu kreeg ik een zware bekentenis?
“Eh nee”, stamelde ik en propte van de zenuwen het volgende borrelhapje in een keer naar binnen. “We hadden een keer een gesprek over media en journalistiek. Jij zei toen dat ik alleen maar over boten, havens en schepen vertelde. En vroeg of ik wel zeker wist dat ik journalist wilde worden.” Ik keek Bas vragend aan, want ik kon me én dat gesprek én zijn liefde voor het maritieme niet herinneren. “Daardoor ging ik nadenken en besloot ik met de opleiding te stoppen. Ik ging terug naar Friesland en startte met de scheepvaartopleiding”, maakte Bas af. Wow, dacht ik. Ik wist niet wat ik daarop moest zeggen. Iets met een lade?
Net toen ik het gesprek een andere richting op wilde duwen, zei Bas: “O ja en die bijzondere lavalamp die je kwijt was nadat we met z’n allen een keer een project bij jou deden en gingen drinken?” Ik knikte, dat wist ik dan weer wel. Die had ik van m’n eerste liefde gekregen. “Nou die heeft Marian, van ons clubje, toen gestolen. Maar ik was verliefd op haar, dus durfde je dat toen niet te vertellen.” “Ach”, zei ik hardop. “Dus ik zit in Marians laatje.” Ik lachte. Bas deed z’n best mee te lachen.
