“Ik heb ze er allemaal uitgegooid”, zegt B. met veel aplomb, terwijl ze er een bevestigende knik boven haar theekop bij maakt. Ze had drie aanbidders. Alle drie getrouwd en alle drie royaal met de pecunia. Van een kreeg ze een maandelijkse toelage van 2.000 euro. Daar stond tegenover dat ze vier keer per maand sex zouden hebben. Hij was ook de enige met wie ze dat daadwerkelijk deed.
Lover nummer twee was om mee uit te gaan. Die gaf heel charmant een dag van tevoren een envelopje af voor een kappertje en een jurkje om dan met haar ’s avonds door de stad te paraderen. Nummer drie had ze maar twee keer gezien, maar gaf haar toch een ruimhartige 3.000 euro mee voor haar vakantie.
Er stond niets tegenover. Totdat ze terugkwam en hij toch graag wisselgeld wilde voor zijn gulle giften. Hij klaagde over te weinig aandacht en ze werd woest: “Zegt hij: ‘Je moet een plantje wel water geven’. Ik zeg: ‘Hoezo? Staat dat plantje bij me thuis dan? Nee toch? Als het plantje bij me thuis staat krijgt het water, zet ik ‘m in het zonnetje of in de schaduw. Net wat hij nodig heeft. Anders niet!'”
Hij had nog zwakjes tegengeworpen dat ze zaadjes had geplant bij hem en dat ze die toch wel kon besproeien. “Tjongejonge”, fulmineert B. verder. “Ik heb genoeg zaadjes besproeid. Tot ze bomen werden. Het wordt tijd dat ik besproeid word en niet zoals die kerels denken. Pfff… eerloze mannen. Totaal mislukt. Hebben thuis zo’n aardappelzak zitten, die kookt en met wie ze sex in het donker hebben. Ik ben de vrouw over wie ze altijd gefantaseerd hebben. Echt, ze hebben allemaal issues met zichzelf. Scheiden durven ze niet, omdat ze te veel verliezen.”
Voor nummer twee vond mijn vriendin een vaarwel-appje voldoende. De minnaar van de maandelijkse toelage kreeg ook zijn congé, omdat hij het gore lef had om haar maar 1.500 euro mee te geven voor de vakantie. “Ik heb hem direct gebeld: ‘Is dit wat ik waard ben? 1.500 euro? Ga weg en blijf weg!'”
“En wat nu?”, vraag ik.
“Niets! Ik wil een man op wie ik écht verliefd kan worden”, antwoordt B. “Ik ga dat ook manifesteren. Een man die voor me kan zorgen. Niet in bed, daar heb ik mijn satisfyer voor. Maar op zielenniveau.”
Ik kan haar verzekeren dat dat zeldzaam is. Daar heeft B. een goede verklaring voor: Internet, TikTok, Instagram. “Vroeger moest je moeite doen voor een vrouw, helemaal om een naakt vrouwenlichaam te zien. Nu hoef je maar iets in te toetsen… alsjeblieft”, en ze laat me een account zien waar halfnaakte vrouwen buikdansen, twerken en kronkelen terwijl ze zwoel in de camera kijken. Minimaal de helft ervan heeft een BBL gehad, dus ik zie meiden met een kont als een Egyptische canapé.
Heeft B. gelijk? Ik moet daar over nadenken. Ik ben verleden jaar met mijn dochter naar de openingsavond van een hippe club gegaan. Ik zag jonge vrouwen overal twerken. Tegen de bar, tegen het hok van de dj en als ze met jongens praatten, tussendoor sabbelend op het rietje van hun cocktail. Sex for sale. Ik wil niet over vroeger beginnen, want de IT was vroeger ook bepaald geen nonnenklooster. Maar jongens stonden niet met hun erectie tegen je aars aan te heujen op de dansvloer.
Ik zag mensen met elkaar tongen, om vervolgens een half uur later dezelfde jongen met een compleet ander meisje te zien bekken. Een tongzoen was toch altijd het begin van iets? Al was het maar verkering voor één avond! Maar soms ook het begin van iets langers. Natuurlijk werden mensen vroeger ook verliefd, maar de quest naar die ene grote, allesverslindende liefde – die verbinding op zielsniveau – werd al snel opgeschort door de dagelijks gang van zaken, het volgende station samenwonen of trouwen en de rest gaat vanzelf.
Nu is de aandachtspanne heel kort. Is er ook maar een haartje verkeerd, dan kun je met een enkele swipe op je telefoon alweer bij de volgende terecht. Niets is speciaal, alles is vluchtig. Het lijkt wel of niemand meer ergens moeite voor wil doen. Er is geen verlangen, geen smachten.
Daarbij lijkt het wel een wedstrijd wie het meest onverschillig is, het minst geïnteresseerd. Deze mentaliteit wordt enorm gecultiveerd. Terwijl in mijn beleving niets zo’n afknapper is als desinteresse. Een man die nergens naar vraagt, niet invested is, niet genoeg aandacht geeft, is zo ongelooflijk onaantrekkelijk.
Dus heeft vriendin B. gelijk? Zorgt internet voor een jammerlijk liefdesleven? Deed de emotionele armoede haar besluiten er financieel gewin uit te halen? Een douceurtje voor de leegte? Om dan uiteindelijk tot de conclusie te komen dat waar ze écht naar verlangt toch die ene special, zeldzame liefde is. De ziels- en hartsverbinding.
“Het ligt natuurlijk ook aan mij”, geeft ze toe. “Ik deed het niet met zuivere intenties. Ik ga bij mannen ook altijd van het slechte uit. Maar ik wil het niet meer. Ik wil geen parttime liefde. Ik geef heel mijn hart en wil die ook van een man. Met een mooie strik erom.”
