Tussen de smeulende resten van de ophef van afgelopen week over de voormalig Kamervoorzitter, werd duidelijk dat een verontrustend groot aantal mensen vindt dat werknemers zich vernederingen moeten laten welgevallen. Daarover klagen, is gezeur, aanstellerij, zo klonk het.
Mensen hebben altijd makkelijke praatjes als zaken hen persoonlijk niet raken. Voor medeleven hoef je niet aan te kloppen bij anonieme types op sociale media. Sterker, legio mensen die zelf een anoniem account hebben, klaagden over werknemers die anoniem beklag doen. Dat is best grappig, als het niet zo hemeltergend hypocriet was.
Maar dit sentiment leeft niet alleen onder de ruggengraatloze internetgebruikers. Het wordt ook breed gedeeld onder nogal wat columnisten die het allemaal maar overdreven vinden, dat gejank om een ’tijdelijk schrikbewind zonder tissues’.
Ik dacht dat we de tijd van de horigen achter ons hadden gelaten. Maar als ik de sociale media, opiniestukken en columns zie, vinden heel veel mensen het normaal om afgeblaft, gekleineerd, gepest en vernederd te worden door de leidinggevende. Kennelijk heb je als werknemer maar alles te slikken, dat hoort bij ‘professionaliteit’.
Hetzelfde gebazel hoor je ook vaak als het gaat over kunstenaars en artiesten die hun medewerkers notoir slecht behandelen. ‘Maar ze zijn zo getalenteerd’. Ik heb het meegemaakt met cameramensen die altijd ruzie maakten en zich als Goden gedroegen. ‘Maar hij is zo goed’, hoorde je dan vergoelijkend. Alsof talent een vrijbrief is om je als een totale hufter te gedragen en mensen te schofferen. En alsof er geen andere goede, getalenteerde mensen zijn die ook gewoon aardig zijn.
Hoffelijkheid, empathie, medemenselijkheid zijn allemaal kenmerken die worden onderschat in leiders, maar die het belangrijkst zijn van allemaal. Daarmee breng je mensen samen en hou je hen bij elkaar. Daarmee creëer je een goede sfeer, stimuleer je mensen, moedig je hen aan het beste te geven en geef je hun een goed gevoel over zichzelf.
Dat is ook wel eens fijn, het gevoel te krijgen gewaardeerd te worden. Het is niet normaal om uitgekafferd te worden, we hebben allemaal recht op een minimale basis van fatsoen. En wie het daar niet mee eens is, kan zich gerust uit laten wonen door zijn of haar baas, maar leg dat een ander niet op.
