Catootje is 7 jaar als haar ouders uit elkaar gaan. Het is de uitkomst van een jarenlange strijd over opvoeding, geld en aandacht voor hun kind. De ruzies zijn heftig.
“Maar we doen dit nooit waar Catootje bij is hoor”, zegt haar moeder verontschuldigend. “Dus daar krijgt ze gelukkig niet veel van mee. We proberen altijd positief te zijn.”
De ouders van Catootje hebben na de scheiding gekozen voor co-ouderschap, met een 50-50 verdeling van de zorg. Hierover blijven conflicten ontstaan. Zo vindt de moeder van Catootje het niet goed dat haar vader regelmatig tot ’s avonds laat werkt. Dat is niet in het belang van haar dochter, vindt ze. De vader van Catootje geeft aan dat oma af en toe oppast. Dat vindt Catootje alleen maar gezellig, zegt hij. “Dus nergens een probleem. Dat maakt zij ervan, zoals met alles.”
Voor Catootje zelf zijn de wisselmomenten tussen papa en mama heel moeilijk. Haar ouders weten dat niet, want ze durft het niet te zeggen. Aan de voordeur – moeder laat vader al een tijdje niet meer binnen- is er altijd aanleiding voor een nieuwe ruzie. Haar vader zegt dat Catootje deze ‘discussies’ inmiddels wel gewend is. “Ze gaat dan meestal naar binnen, een filmpje kijken op de bank. Dat is rustig voor haar, beter.” Maar uit het zicht van haar ouders telt Catootje de minuten hardop tot ze de deur hoort dichtgaan, vertelt ze mij. Of ze praat tegen haar knuffel. Ze vindt dat fijn, want het helpt om haar ouders niet meer te hoeven horen.
Moeder beleeft de wisselmomenten op haar eigen manier. Zij vindt dat Catootje na thuiskomst enorm overprikkeld is en dat het wel een dag duurt voordat ze weer een beetje tot rust is gekomen. Ze vraagt haar dochter wat ze bij haar vader heeft gedaan en windt zich op wanneer Catootje vertelt dat ze tot ’s avonds laat uit eten zijn geweest.
“Hij houdt gewoon geen rekening met haar behoefte aan structuur”, vertelt ze me. “Maar ik krijg een moe kind thuis en kan weer dealen met zijn gebreken.” Ze wil het liefst dat Catootje minder vaak bij haar vader gaat slapen. Catootje besluit daarom niet meer te vertellen wat ze bij haar vader doet. “Het gaat altijd over mij, misschien maak ik het wel erger”, vertrouwt ze me toe. Het maakt haar onzeker en gespannen.
Wanneer ouders gescheiden zijn, voeden zij hun kinderen ook meer gescheiden op. Ze bieden ze op hun eigen manier een plek om zich thuis te voelen. Catootjes moeder bijvoorbeeld, heeft oog voor structuur, verzorging, bedtijden en regelmaat. Ze houdt alles voor school bij, ziet het sneller als haar kind grieperig wordt en is het eerste aanspreekpunt voor vriendjes en vriendinnetjes. Catootje kan bouwen op deze voorspelbaarheid en zekerheid, het helpt haar zich geborgen te voelen.
Haar vader heeft een andere focus. Hij is misschien wat minder gericht op structuur, maar biedt haar weer andere dingen. Zoals leren omgaan met onverwachte situaties en zich aanpassen aan de wereld buiten het gezin. Spontaan tot laat een hapje buiten de deur eten kan daar bij horen. Het helpt Catootje flexibel en weerbaar te worden. Er wordt weleens gezegd: moeders beschermen het kind tegen de buitenwereld, vaders bereiden het juist voor op de buitenwereld.
Dat is anders, maar het één is niet slechter of beter dan het ander. Sterker nog, het vult elkaar aan en geeft het kind een rijkere opvoeding. Bij een gezin dat nog intact is leiden deze verschillen minder snel tot een conflict. Ouders kunnen zich wel eens ergeren aan elkaars manier van opvoeden, maar er kan ook gerelativeerd worden. Als dat laatste wegvalt, door ruzies en spanning van een scheiding, dan worden verschillen opeens eigen waarheden. Dan is het niet meer én-én, maar of-of.
Catootje durft haar ouders niet te vertellen hoe het voor haar is. Naar hen toe houdt ze zich groot, met haar inmiddels 9 jaar. Dat heeft ze in de afgelopen jaren wel geleerd. Maar ik zie dat het haar in tweeën breekt wanneer haar ouders ruzie maken. Want Catootje is voor de ene helft haar moeder en de andere helft haar vader. En ze houdt van allebei. Als haar ouders elkaar afwijzen, wijzen ze eigenlijk een deel van Catootje af. En daar zal zij op reageren, bijvoorbeeld door zich nog meer terug te trekken.
Ze zal geen spanning willen veroorzaken tussen haar ouders, vooral niet lastig willen zijn. Maar de tweestrijd in haarzelf kan steeds groter worden. En uiteindelijk zelfs zó hoog oplopen dat ze later gaat kiezen voor een van beide ouders. Want dat haalt in elk geval het gevoel weg dat ze tussen hen in staat. Als ik ouders vraag wat hun grootste prioriteit tijdens de scheiding is, zullen ze bijna allemaal zeggen: het belang van mijn kind. Maar wanneer ze zo verwikkeld zijn in hun onderlinge strijd en emoties voortdurend oplopen, lijken ouders soms dát uit het oog te verliezen.
Ze willen het beste voor hun kind, maar ten koste van elkaar. En dat gaat niet, want ouders kunnen elkaar niet vervangen. En hoewel het zwaar kan zijn om uit het conflict te blijven, een onmogelijke taak soms zelfs, verdient elk kind in een gescheiden gezin toch ouders die blijven zoeken naar een én-én.
Deze column is gebaseerd op ervaringen uit de praktijk, maar geen letterlijke weergave daarvan. De gebruikte namen zijn gefingeerd.