Prins Harry zegt niet te kunnen terugkeren naar het Verenigd Koninkrijk vanwege veiligheidsrisico’s. Hij stapt naar de rechter omdat hij in zijn thuisland gebruik wil kunnen maken van Britse politiebescherming.
De prins heeft aangeboden hier zelf voor te betalen, maar toch wil de Britse regering dit niet faciliteren.
Toen Harry en Meghan in 2020 afscheid namen van een officiële rol binnen het Britse koningshuis, verloren zij (en hun kinderen) hun Britse beveiligers. Ze verhuisden naar Californië, en betalen daar voor hun eigen beveiliging. Maar het gezin vindt dat het Amerikaanse beveiligingsteam hen niet goed genoeg kan beschermen als ze in het Verenigd Koninkrijk zijn.
Prins Harry stapt daarom naar het Britse Hooggerechtshof om politiebescherming af te dwingen. “Het doel voor prins Harry is simpel”, zegt zijn woordvoerder volgens NOS, “hij wil de veiligheid garanderen voor zichzelf en zijn gezin zodat zijn kinderen zijn vaderland kunnen leren kennen.”
De Britse prins was in juli 2021 voor het laatst in zijn geboorteland, en voelde zich toen niet veilig genoeg. Hij was aanwezig bij de onthulling van een beeld voor zijn moeder Diana, en zijn auto zou achtervolgd zijn door de paparazzi.
Harry en Meghan delen voor het eerst een foto van dochter Lilibet
Een regeringswoordvoerder zegt dat de bestaande beveiliging ‘afdoende en strikt genoeg is’, meldt NOS. Maar volgens prins Harry is het niet mogelijk om naar het Verenigd Koninkrijk af te reizen zonder lokale politiebescherming. Zijn dochter Lilibet is inmiddels zeven maanden oud, maar heeft koningin Elizabeth en prins Charles nog niet ontmoet.
