Laura H. ontsnapte twee jaar geleden met haar kinderen uit het kalifaat van Islamtische Staat in Irak. Journalist Thomas Rueb (links op de foto) tekende haar verhaal op en bracht zijn boek gisteren uit.
We bellen met de man die Laura H., het kalifaatmeisje uit Zoetermeer schreef.
Exclusieve toegang
Een jaar lang had hij exclusieve toegang tot de familie van Nederlands bekendste Syriëganger, haar schoonfamilie en Laura H. zelf. Hij dook in de politiedossiers, reisde af naar Irak, zocht naar Laura’s man Ibrahim en sprak vele honderden uren met de hoofdpersonen.
Hoe lang ben je bezig geweest met dit boek?
“Met het schrijven zelf precies een jaar. Laura werd op 13 november 2017 veroordeeld en twee dagen later begonnen mijn gesprekken met haar. Voor haar veroordeling had ze een mediaverbod en zat ze gevangen op de terrorisme-afdeling in Vught.”
Stond Laura ervoor open om met je te praten?
“Ja, dat bleek wel. In de periode dat ik haar zaak volgde voor NRC interviewde ik onder anderen haar vader. Ik heb hem gevraagd of hij bij Laura wilde neerleggen of ze haar verhaal wilde vertellen. En daar reageerde ze positief op. In het jaar dat ze gevangen zat op de terrorisme-afdeling in Vught kon ze niets anders doen dan televisiekijken. Ze zag constant items over zichzelf en hoorde haar naam genoemd worden. Ze werd er door velen van verdacht een aanslag te willen plegen en zou in opdracht van IS zijn teruggestuurd naar Nederland. Dus ze wilde graag haar kant van het verhaal vertellen.”
Vertelt Laura alles?
“Ja. Ze is enorm open, spreekt over haar tijd in het kalifaat, haar kindertijd en de periode waarin ze ontspoorde. Waarin ze in een loverboy-achtig circuit terechtkwam. Daarbij praat ze over enorm heftige situaties, die ik ook als dusdanig heb beschreven. We spraken aan het begin ook af dat zij álles zou vertellen en dat ik álles zou opschrijven. Daar heeft zij zich aan gehouden.”
Met wie sprak je nog meer, behalve Laura’s vader Eugène?
“De familie van haar man Ibrahim is een hele belangrijke bron geweest. Met hem vertrok ze naar het kalifaat. Ik heb met Ibrahims zussen gesproken om zijn jeugd, achtergrond en persoonlijkheid te reconstrueren. Hun broer mishandelde Laura en hun relatie was enorm gewelddadig en manipulatief. Ze had niets te zeggen.”
“Ik heb ook gesproken met Ibrahims vrienden, met ooggetuigen die hebben gezien hoe Laura ontsnapte, met mensen die bij haar in de buurt woonden in Mosul en met bronnen bij Justitie hier in Nederland. Zij leggen in het boek uit waarom deze zaak zo belangrijk was voor Nederland.”
Zijn er zaken die je níet te weten bent gekomen?
“Ja. De allerbelangrijkste is dat het lot van Ibrahim nog onbekend is. Laura en hij hebben samen een ontsnappingspoging uit het kalifaat gewaagd, met de kinderen. Daarbij is Ibrahim beschoten en in zijn been geraakt. Laura heeft hem gewond achtergelaten en hij is blijven liggen. De volgende dag was hij weg en we weten nog steeds niet wat er met hem gebeurd is.”
Wat leren we in het boek nog meer over Ibrahim?
“Hij had een glorieus beeld bij het strijden voor de heilige zaak, maar eenmaal in Irak kreeg hij een in zijn ogen lullig baantje als bommenmaker in een fabriek. Het huis dat ze hem beloofden, kreeg hij niet en het lukte hem ook niet een beter mens te worden. Ook daar sloeg hij zijn vrouw kapot. Het bleken allemaal valse illusies en hij raakte gedesillusioneerd door zijn leven in Irak. Uiteindelijk hebben Laura en haar vader een plan bedacht om te kunnen ontsnappen, want daar had Laura ook Ibrahim voor nodig. Ze speelden een soort dubbelspel.”
Zweem van twijfel
Tot de dag van vandaag zijn er nog mensen die twijfelen aan de echtheid van Laura’s verhaal. “Tot dit boek heeft er altijd een zweem van twijfel rond haar gehangen”, zegt Thomas. “De verdenking was sterk dat ze een aanslag zou plegen. Omdat haar verhaal zo ongelooflijk en, eerlijk is eerlijk, ongeloofwaardig was. Voor mij is een doorbraak geweest dat ik naar de frontlinie in Irak ben gereisd en gesproken heb met ooggetuigen van de Koerdische Peshmerga. Zij konden bevestigen dat het echt zo gegaan is als Laura zegt, dat haar verhaal de werkelijkheid is. Je zou het niet kunnen verzinnen.”