Na de aanslag in een Utrechtse tram liet Gökmen T. in zijn vluchtauto een briefje achter. Volgens het ‘AD’ was dit een afgescheurde brief van het Openbaar Ministerie, waar zijn naam en adres op stonden.
De brief besprak de verkrachtingszaak waarin T. een verdachte is, en is volgens ‘goed ingevoerde bronnen’ de reden dat de politie T. zo snel kon vinden.