Onderwijs, vrouwenrechten, klimaat en VN-organisaties worden de dupe van bezuinigingen van minister Reinette Klever (PVV) op ontwikkelingshulp.
Het Nederlands belang komt voorop te staan en het bedrijfsleven moet meer profiteren van hulp.

Onderwijs, vrouwenrechten, klimaat en VN-organisaties worden de dupe van bezuinigingen van minister Reinette Klever (PVV) op ontwikkelingshulp.
Het Nederlands belang komt voorop te staan en het bedrijfsleven moet meer profiteren van hulp.
De minister wil helemaal geen geld meer steken in beroeps- en hoger onderwijs en vrouwenrechten in kwetsbare landen. Daarmee bespaart ze ongeveer 130 miljoen euro vanaf 2027. Ook de subsidies voor sport en cultuur verdwijnen, staat in een brief aan de Kamer waarin ze haar beleid voor ontwikkelingshulp uiteenzet.
Het budget voor klimaatprogramma’s (kleinschalige hernieuwbare energie en regionale klimaatfondsen) wordt gehalveerd. Dat gaat van meer dan 400 miljoen terug naar 200 miljoen. De bijdragen aan het VN-kinderfonds UNICEF en VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP worden gehalveerd.
Vorig jaar november maakte Klever al bekend dat maatschappelijke organisaties (ngo’s) minder zullen krijgen. Over een periode van vijf jaar ontvangen zij ongeveer een miljard euro minder. Klever moet vanaf 2027 structureel 2,4 miljard euro gaan bezuinigen.
'Wereldwijde gendergelijkheid wordt pas in de volgende eeuw bereikt'Lees ook
Het Nederlands belang ligt volgens haar bij handel, veiligheid en migratie. Daarbij gaat ze zich vooral richten op onderwerpen waar Nederland goed in is: watermanagement, voedselzekerheid en gezondheidszorg. “Hier liggen ook grote kansen voor ons bedrijfsleven.”
“We maken scherpe keuzes, doen alleen nog wat we goed kunnen en werken zoveel mogelijk met Nederlandse bedrijven”, aldus Klever. Ze wil onder meer kijken of landen die hulp krijgen niet verplicht kunnen worden geld in Nederland te besteden (de zogenoemde gebonden hulp).
'Damn Honey' beantwoordt: dít is waarom Internationale Vrouwendag nog nodig is (en 1 dag is niet genoeg)Lees ook
Hulp wordt geconcentreerd op drie regio’s rond Europa: West-Afrika, Noord-Afrika, en de Hoorn van Afrika en het Midden-Oosten. “Deze regio’s zijn belangrijk, omdat 80 procent van alle conflicten hier plaatsvindt.” Bovendien lopen hier meerdere drugs- en migratieroutes naar Europa.
Om migratie te voorkomen wil ze meer inzetten op opvang in de regio en meer migratiesamenwerking met de bovengenoemde regio’s. Daarbij gaat ze hulp “duidelijker koppelen” aan andere afspraken. Dat kan betekenen dat hulp wordt ingehouden als landen bijvoorbeeld niet meewerken aan terugkeer van afgewezen asielzoekers.
De lijn om minder landen te helpen was al door haar voorgangers ingezet. Onder Liesje Schreinemacher werd ook al gekeken hoe het Nederlandse bedrijfsleven meer voordeel zou kunnen hebben van ontwikkelingshulp.
Wat betekent Trump voor de wereldwijde toegang tot abortus? 'Kan levens van vrouwen kosten'Lees ook





