De in Nederland geboren Mikael (11) en zijn Armeense moeder hebben vorige week te horen gekregen dat ze het land uit moeten, maar weten nog niet wanneer precies. Tot op heden hebben ze geen datum te horen gekregen.
Dat laat familiewoordvoerder Guy Loyson weten.
De Raad van State oordeelde recent dat de twee niet in Nederland mogen blijven. In de regel moet iemand na de afwijzing van een verblijfsaanvraag dan binnen 28 dagen het land verlaten. De moeder van Mikael kwam in 2010 vanuit Armenië naar Nederland. Haar asielaanvraag werd destijds afgewezen.
Volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) treedt het terugkeerbesluit dat eerder is opgelegd in werking, vanaf de datum van de uitspraak van de Raad van State. Of dat betekent dat Mikael en zijn moeder tot uiterlijk 28 augustus mogen blijven, wil de IND-woordvoerder niet zeggen. De verdere uitzettingsprocedure ligt nu onder meer bij de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV). Die wil niet ingaan op deze specifieke zaak, maar zegt in de regel met de betreffende personen in gesprek te gaan over het vertrek. Daarbij wordt aangestuurd op zelfstandige terugkeer, zegt een woordvoerder. Wanneer iemand niet bereid is zelfstandig Nederland te verlaten, kan de DTenV ook inzetten op gedwongen vertrek.
Van de DTenV hebben Mikael en zijn moeder maandagochtend nog niets gehoord. “Ze hebben nog geen termijn te horen gekregen”, zegt Loyson. Ook de verdere gang van zaken is onduidelijk. “We blijven strijdbaar en blijven hopen op een wonder uit Den Haag.” Hij zegt dat ze aan het kijken zij of er juridisch nog mogelijkheden zijn. “Juristen zijn de casus aan het bekijken.”
Buurtgenoten houden solidariteitsmars voor 11-jarige Mikael, die het land uit moet
