Sinds deze week is het definitief: de vergoedingen voor dure medicijnen tegen borst- en eierstokkanker verdwijnen uit het basispakket van de zorgverzekering.

Dure kankermedicijnen verdwijnen uit basispakket: 'Kunnen elke euro maar één keer uitgeven'
Dat meldt het Zorginstituut.
Onderzoek kankermedicijnen
Het Zorginstituut startte een onderzoek naar de zogenoemde PARP-remmers – kankermedicijnen die kunnen voorkomen dat beschadigde tumorcellen zichzelf repareren en overige tumorcellen afsterven.
Het gaat om olaparib (Lynparza), niraparib (Zejula) en talazoparib (Talzenna). Olaparib en niraparib voor de behandeling van gevorderde of teruggekeerde eierstokkanker. En olaparib en talazoparib voor de behandeling van uitgezaaide borstkanker. Wat blijkt? Deze medicijnen leiden niet voor alle patiënten tot een langer leven.
“We kunnen elke euro maar één keer uitgeven”, deelt Zorginstituut-voorzitter Mark Janssen. En dus worden er maatregelen genomen. Het is de eerste keer dat kankermedicijnen gedeeltelijk uit het basispakket worden gehaald.
Vergoeding uit basispakket
Zo houden alleen patiënten met een specifieke BRCA-genmutatie bij bepaalde vormen van terugkerende en gevorderde eierstokkanker toegang tot de medicijnen. Dit komt omdat voor deze groep langere overleving door het medicijn is aangetoond. Voor andere groepen, zoals mensen met uitgezaaide borstkanker, vervalt de vergoeding, omdat voor hen geen hogere overlevingskans geldt.
Het lijkt er voor nu op dat het aantal patiënten met PARP-remmers halveert. Patiënten die al in behandeling zijn, mogen hun therapie afmaken onder een overgangsregeling. Voor nieuwe patiënten, zonder bewezen baat bij de medcijnen, stopt de vergoeding per direct.
