Bekkeninstabiliteit

“Je bekken bestaat uit een linker- en een rechterbekkenhelft, die precies tegen elkaar aan zitten. Daaromheen zitten banden en spieren die de boel goed stevig bij elkaar houden”, vertelt Reijman aan de telefoon. “Tijdens je zwangerschap zorgen hormonen ervoor dat deze banden wat slapper worden. Daardoor wordt de krachtsluiting van het bekken minder sterk en krijgen beide bekkenhelften iets meer speling.”

Spieren om het bekken heen proberen de hormonale verslapping van de banden rond het bekken op te vangen. “Zij gaan als het ware compenseren. Dat gebeurt allemaal onbewust.” Maar het kan wel pijn veroorzaken. Toch verslappen die banden niet voor niets. “Als een vrouw nog geen kinderen heeft gebaard, staat het bekken in een bepaalde stand. De elasticiteit zorgt voor een bepaalde kanteling van het bekken, waardoor een baby de ruimte heeft om er doorheen te gaan.”

Lees ook
Romee Strijd kampt met bekkeninstabiliteit: ‘De meeste dagen lig ik op de bank’

Klachten

“Als je het hebt over échte bekkeninstabiliteit, kan een vrouw die twee bekkenhelften niet meer stabiliseren. In dat geval kun je dus niet meer staan op één of twee benen. Dan ben je gebonden aan krukken of een rolstoel.” Gelukkig ziet Reijman nauwelijks vrouwen met deze klachten voorbijkomen in de praktijk waar ze werkt. “Meestal hebben de vrouwen die bij mij langskomen last van kramp in de spieren die de banden compenseren. Dat veroorzaakt bij hun – de soms hevige – pijn.”

Een kleine tien jaar geleden leek het woord ‘bekkeninstabiliteit’ nog in de ‘mode’; veel zwangere vrouwen spraken erover. Tegenwoordig lijkt dat minder. “Dat komt misschien doordat we het nu ‘zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn’ noemen. Er was zo’n negatieve associatie met het woord ‘bekkeninstabiliteit’. Mensen verwachtten daarbij meteen dat ze in een rolstoel terechtkwamen. Dat hoeft niet zo te zijn.”

Hernia

Niet onbelangrijk: hoe weet je eigenlijk of je wel écht last hebt van bekkenpijn en er bijvoorbeeld geen sprake is van een hernia? “Hiervoor kun je het beste naar een geregistreerde bekkenfysiotherapeut. Die weten daar waarschijnlijk het beste antwoord op, op basis van een aantal tests.”

Maar, waarschuwt Reijman wel, je kunt het nóóit met zekerheid zeggen. “Een hernia kun je namelijk alleen maar diagnosticeren met beeldvormende technieken zoals een scan. En daar kun je als je zwanger bent helaas geen gebruik van maken.”

Lees ook
Ook fit down under: ‘Een té gespannen bekkenbodem is juist niet goed’

Na de bevalling

Zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn kan na een bevalling snel minder erg worden of zelfs in één keer verdwijnen. “De druk die de baby uitoefent op het bekken is na de bevalling weg”, duidt Reijman. “Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. “Als het lichaam van een vrouw zichzelf aanleert om te blijven compenseren met de spieren om het bekken heen, kunnen de klachten na de zwangerschap blijven.”

Borstvoeding geven kan ook invloed uitoefenen op het bekken. “Borstvoeding zorgt ervoor dat bepaalde hormonen langer in het lijf blijven zitten. Die hormonen kunnen ervoor zorgen dat de banden rond het bekken minder snel sterk worden.”

Bekkeninstabiliteit voorkomen is lastig, maar het valt Reijman en haar collega’s wel op dat vrouwen die voor de zwangerschap een goede conditie hebben vaak minder klachten ervaren tijdens de zwangerschap. “Daarnaast moet je bewegingen afwisselen. De hele dag zitten of zwaar tillen is bijvoorbeeld geen goed plan.”