Met de wijsheid van nu vraag ik me af of het wel een slimme zet was om de relatie te beëindigen, want na je veertigste blijkt het kansloos om nog een geschikte vent op te duikelen.
Vorige maand at ik taart, ik was jarig. Niet één, maar drie verschillende taarten. Een worteltaart, een slagroomschnitt en een cheesecake. Kaarsjes ontbraken. Want om 49 vlammetjes uit te blazen leek me iets te ambitieus; ik raak al buiten adem van een simpele blaastest. Bovendien koop ik geen verjaardagskaarsjes voor mezelf, dat voelt net als je eigen fanmail schrijven ofzo.
Ondanks mijn voornemen om die ‘bolle’ buik kwijt te raken, nam ik van alle drie de taarten een groot stuk. Want tja, je moet toch genieten van je laatste verjaardag als veertiger, nietwaar? Dit zette me aan het denken: heb ik nog een ‘veertiger bucketlist’ af te vinken?
Is het niet hoog tijd om wat meer richting aan mijn leven te geven, om doelen te stellen en toekomstplannen te maken nu ik op de drempel van vijftig sta?
Maar waar te beginnen?
Ik denk terug aan mijn dertigste verjaardag. Als net gescheiden vrouw, moeder van een peuter, in een prille relatie met een goeie gast, had ik een soort ‘dertiger doelenlijst’: gezinsuitbreiding, een universitaire studie voltooien, een bestseller schrijven…
Van gezinsuitbreiding kwam het uiteindelijk niet vanwege twijfels binnen de relatie (en ik was niet van plan om voor de tweede keer alleenstaande moeder te worden), voor een universitaire studie was ik te lui en mijn boek werd geen kaskraker.
Op mijn veertigste verschoof mijn focus naar andere doelen en vond ik het tijd voor ‘zelfontwikkeling’. Ik verbrak mijn relatie met de overtuiging dat dit meer ruimte zou bieden voor persoonlijke groei. Helaas, als alleenstaande fulltime moeder vond ik nog steeds geen tijd om aan die ontwikkeling te werken. En met de wijsheid van nu vraag ik me af of het wel een slimme zet was om de relatie te beëindigen, want na je veertigste blijkt het kansloos om nog een geschikte vent op te duikelen.
Nu mijn laatste jaar als veertiger is ingegaan, probeer ik terug te grijpen naar mijn vroegere doelen en ambities, want bucketlijstjes vind ik kinderachtig.
Mijn ‘dertiger doelenlijst’ is een hopeloos verouderd document: gezinsuitbreiding op mijn leeftijd zou bijna misdadig zijn, een bestseller schrijven blijft nog altijd een droom en een universitaire studie afronden met mijn ‘pre-menopauze-skippiebal-geheugen’ staat gelijk aan een levenslange onderneming.
Wat rest is ‘persoonlijke ontwikkeling’. Nu mijn dochter is uitgevlogen, is daar ook weer ruimte voor. Maar eerlijk gezegd begint zelfontwikkeling mij een beetje te irriteren, vanwege de eindeloze keuzes, het soms narcistische karakter en de trend dat íedereen er tegenwoordig mee bezig lijkt te zijn.
Ik geloof dat ik het meer moet zoeken binnen de kneuterigheid. Zo is het op werkvlak mijn droom om het televisieprogramma Keuvelen aan de Keukentafel op te zetten, waar ik als presentatrice gezellig mag meepraten over boeken, films, levensstijl, lekker eten en huisdieren. Maar het allermeest verlang ik ernaar om te genieten van ontspannende wandelingen in de natuur. Met mijn metgezel.
Een hond dus. Een hond zorgt voor lichaamsbeweging, bekommert zich niet om een rimpel meer of minder, gaat er niet vandoor met een jonger exemplaar, zorgt voor een praatje in het park zodat m’n mondhoeken stevig blijven in plaats van dat ze uitzakken met etensresten erin, en een hond luistert alleen en praat niet terug, ook een verademing. Bovendien maakt die dikke buik dan ook niet meer uit, ik kan ongegeneerd taarten blijven eten.
Ja, ik wil een hond. Wat een ideaal wezen. En bizar dat ik vijftig moet worden om dat te ontdekken.