De opluchting is groot: het is ons gelukt. Na twee weken ziekenhuis en vier weken revalidatie heeft pap eindelijk een indicatie gekregen.
En geloof me, it has been a hell of a ride. Daar waar vorig jaar de aanvraag werd afgewezen, snappen artsen en instanties inmiddels dat mijn vader 24-uur zorg nodig heeft.
Wonder boven wonder kwam er in dezelfde week van het goede nieuws een kamer vrij in het zorgcomplex waar hij revalideert. Het is een foeilelijk jarenzeventiggebouw dat bestaat uit houten bielzen, grof gestuukte, grijze muren en krakende liften. De inrichting is vergane glorie en het ruikt er muf naar slechte adem en volle luiers. Maar het is er vet gezellig. Bij het gebouw hoort ook een hospice-afdeling: “Mooi, dan hebben we het totaalpakket tot aan mijn dood”, grapte mijn vader toen ik hem over de afdeling reed. En hoewel hij het niet snel zal toegeven, vindt hij het best fijn weer dagelijks onder de mensen te zijn.
'Naar het ziekenhuis: koekjes tegen het kwijlen en ongevraagd urine mee'
Zoals in alle zorginstellingen, draait ook hier de dagindeling vooral om eetmomenten. Het is net twaalf uur geweest als ik arriveer en pap schoffelt al, zijn hoofd voorovergebogen, met een stel anderen achter hun rollator de eetzaal in. Als ik dichterbij kom hoor ik Els, de vrouw naast pap, zeggen: “Hoi Frans, ben je weer dubbeltjes aan het zoeken vandaag?” Iedereen zonder gehoorapparaat schiet in de lach. Een mannelijke bewoner haalt z’n neus op en zegt: “Ik denk dat we vis krijgen.” “Ja”, zegt Els: “Of iemand van jullie is vergeten een schone slip aan te trekken!”
Zo triest als het gebouw lijkt, is het voor de bewoners zeker niet. Mijn favoriet is meneer Wesseling, de vrolijkste bejaarde die ik ken. Je treft hem vaker buiten dan binnen. Hij zit in een rolstoel, en rijdt de wagen met zijn voetjes, niet met de armen. Zodra de zon schijnt zit hij of ergens op het parkeerterrein of langs de drukke rotonde. Petje met bontranden op zijn hoofd, de wangen roze van de herfstkou, glimlach op het gezicht. Binnen schuift hij vaak bij het bezoek in de algemene huiskamer aan. Iedereen die passeert begroet hij met een opgewekte ‘Hoi’. Vandaag loop ik hem snel voorbij, ik sjouw een paar zware planten naar pap z’n kamer. “Hoi!” Ik lach, groet hem snel. Dan zegt hij hard: “Wat ben je moooooi.”
'Pap klaagt altijd over het eten, zo iemand kun je er écht niet bij hebben'
Dankzij de hulp van een lieve vriendin en mijn overbuurman staat al het zware spul snel op z’n plek, in de nieuwe kamer. “Zeg, zullen we nog even vieren?” vraag ik pap als we alleen zijn en samen de nepkaarsjes aan doen, die ik rond het portret van mama neerzet. “Wat wil je precies vieren?” “Nou, het is mams verjaardag vandaag. En we moeten ook proosten op dat je hier nu gesetteld bent. Dat je een eigen plek hebt waar je je veilig voelt en in de gaten gehouden wordt.” Hij knikt. We lopen naar de bar bij de algemene huiskamer en bestellen een advocaatje. “Mét slagroom”, zegt pap streng.
We nemen tegenover elkaar plaats, ik maak een lijst van wat nog ontbreekt en welke spullen van de oude woning in opslag moeten. Ondertussen lepelt pap geruisloos en zonder te knoeien (dat is een prestatie als je Parkinson hebt) z’n advocaat leeg. Vanmiddag, zie ik op een poster, staat er livemuziek op het programma. Dan rijdt er een mevrouw in de rolstoel voorbij met een vlag aan haar hoofdsteun. Aan de zijkant bungelt zowaar een LABUBU-poppetje.
“Moderne ouderen hebben ze hier eigenlijk”, constateer ik. “En die meneer Wesseling. Wat een lieverd, zeg. Die maakt mijn dag met alle complimenten.” Ik neem een slok Rivella, een eerbetoon aan mijn moeder, die het drankje toen ze dementeerde met liters per week innam. “Oh”, zegt pap, “Je bedoelt die man in de rolstoel met die ronde appelwangen?” “Ja” zeg ik. “Die altijd gezellig in de zon zit.” “Tja die man is me toch een potje vrolijk”, moppert pap. “Altijd alleen maar blij zijn, kun jij het je voorstellen?”
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
Maaike voelt dat haar vader afscheid neemt: 'Bij elk vertrek vrees ik dat het de laatste keer is dat ik hem zie'



















