“Kom, we gaan daar zitten”, zegt hij. Met grote stappen loopt Rick naar de plek achterin het restaurant. Ik besluit te volgen want de ober staat met z’n rug tegen de muur gedrukt, te wachten tot ik passeer. We hebben keuze uit drie tafels en ik zit liever ergens anders. Maar hey, ik vind het wel aantrekkelijk dat Rick de leiding neemt.
Aan tafel begint hij meteen over de reorganisatie op z’n werk. Het geeft me de kans rustig om me heen te kijken en mijn jurkje goed over de zitting te schuiven zodat er niets in mijn panty kerft.
“Wat gek”, zeg ik verbaasd, “dat ik hier al jaren woon en toch dit restaurant niet ken.” “Het is er nog niet zo lang, dus dat is helemaal niet gek”, zegt Rick.
Als de ober onze bestelling komt opnemen, is mijn disgenoot me voor. “Witte wijn, doen we. Een flesje Sancerre, toch?” Hij stelt de vraag in het luchtledige en toch geef ik antwoord.
“Eh… wijn drink ik alleen bij hoge uitzondering”, zeg ik bedeesd. Ik heb liever wodka of gin-tonic, als ik me aan alcohol waag. Maar dat wil Rick niet weten.
“Nou komt dat even goed uit. Want dit is een uitzondering!”, schreeuwt Rick.
“Je moet weten: we hebben hier vanavond onze eerste date”, zegt hij terwijl hij knipoogt naar de ober. Op dat moment wil ik van de stoel glijden. De hitte in mijn nek stijgt naar mijn wangen zodra ik de blikken van andere gasten vang.
Wijn dus. Dit kan alleen maar fout gaan, denk ik. Zat ik maar in een First Dates-aflevering, dan ging ik nu naar het toilet om een vriendin te bellen. Dan kon ik mijn twijfels en zenuwen met haar delen. Hij toont weinig interesse. Maar hij is wel dominant en lang, daar houd ik van. Heeft een goede stem, maar zodra ik iets zeg, slaat-ie de conversatie dood. In mijn brein gaat het alle kanten op.
Terug naar de menukaart: die is bistro anno 1998. Mosterdsoep, surf & turf, dat idee. Ik heb niet echt trek maar als ik nu een salade bestel, denkt Rick vast dat ik me inhoud. Dit is de laatste date ooit, besluit ik. Wat de uitkomst van deze ook is. Waarom kan ik niet gewoon achteroverleunen, deze avond (en man) op me af laten komen?
Zoals mijn buurvrouw vandaag nog zei: “Je hoeft niet meteen met hem te gaan samenwonen, een etentje is toch prima te doen?” Maar ik ben niet op m’n gemak. Vroeger zou ik in zo’n situatie veel praten, mezelf ontzettend overschreeuwen, tegenwoordig zone ik out. En ik krijg het idee dat Rick dat wel best vindt. Hij is gescheiden, heeft een eigen bedrijf. Schept op over hoe goed hij nog bevriend is met zijn exen. Al zijn exen. Hij verkoopt het als een ik-ben-geen-slechte-partner-voordeel, maar voor mij betekent het eerder dat Rick niet los kan of wil laten.
“Proost, Maaike!” De wijn smaakt beter dan verwacht. Na het voorgerecht heeft Rick een paar vragen voor mij. Plots voel ik een hand op mijn schouder. Ik draai me om en zie Marit, een oud-collega van jaren terug, naast de tafel staan.
“Wat leuk, jij hier?” Gêne mengt zich met blijdschap. We konden het altijd goed met elkaar vinden op de werkvloer. “Kijk, ik zit daar, met mijn zus.” De vrouw aan een tafeltje verderop zwaait vriendelijk. Ik zwaai terug. “Zeg, zou je me niet even voorstellen aan deze mooie vrouw?”, vraagt Rick ongeduldig.
Ik verslik me in een stukje brood en zeg: “Dit is Marit, Marit dit is Rick.” “Aangenaam.” Rick staat netjes op om een hand te schudden. “Maaike en ik hebben een date”, zegt hij trots. Hij stopt z’n hand in zijn zak en gaat wijdbeens staan. De rest van de dinerende gasten kijken hem aan, hij heeft duidelijk geen sociale antenne. “Laten we afspreken binnenkort, kun je me alles over je nieuwe baan vertellen”, zegt Marit. En weg is ze, die voelde de bui natuurlijk hangen.
“Toch goed dat ik je hier mee naartoe heb genomen, hé?” zegt Rick als hij z’n stoel aanschuift. “Anders was je Marit niet tegengekomen.” Rick eet een bloedende biefstuk terwijl hij mijn gerecht scant. “Heb je rucola in je salade? Dat vind ik te bitter. Echt konijnenvoer, ik eet dat niet. Pijnboompitten trouwens ook niet.” Met zijn mes wijst hij de pitjes op mijn bord aan. Ik zucht.
“Je moet weten, Maaike”, gaat Rick verder. “Nog even en dan ben ik vijftig. Ik probeerde vroeger alles, maar sinds een jaar of wat eet ik puur en alleen dat wat ik al ken. Klaar met fusion, vegan of hoe ze het ook noemen.”
“Houd je niet van nieuwe dingen, Rick?” Ik voel dat het sarcasme de boel moet overnemen. “Of ben je meer een gewoontebeest? Eet je dan ook dezelfde dingen op standaard dagen? Woensdag gehaktdag, dat idee?” Het is eruit gefloept. Ik vind mezelf sarcastisch en onaardig. Al weet ik niet of mijn gezelschap daar medeplichtig aan is. Het deert hem niet, hij lacht en begint over zijn jeugd.
Als we aan koffie en thee toe zijn, buigt Rick voorover pakt voorzichtig mijn hand (die van mij past wel drie keer in de zijne) en zegt: “Ik weet dat jij niet van de standaarddingen bent en van spanning en afwisseling houdt. Maar ik hoef niet telkens iets te proberen. Ik weet altijd precies wat ik wil.”
Ik ook, denk ik. De rekening vragen. “Wat ik wil, zit nu recht tegenover me.” Ik lach. Hij niet. Was het geen grap? Dan gaat hij op serieuze toon verder: “Goed. Zullen we de rekening dan maar delen, Maaike?
Ik knik en zeg: “En daarna ga ik naar huis, Rick.”
