Voor sommige mensen is het geen enkel probleem, maar ik worstelde jaren met het ontvangen van complimentjes. Het heeft tot mijn veertigste levensjaar geduurd tot ik eenvoudig ‘dankjewel’ kan antwoorden, zonder er iets aan toe te voegen dat het meteen ondermijnt.
Vroeger was ik vooral van het van tafel vegen. Als iemand zei dat ik een leuk bloesje aanhad, dan antwoordde ik: “Dankjewel, was maar een tientje bij de sale in Zara.”
Als kind had ik juist de neiging een dubbele bevestiging te vragen, omdat ik van huis uit nauwelijks aanmoedigingen gewend was. “Wat speel je goed deze week”, zei Hans, mijn lieve pianoleraar soms. “Vind je?”
Iets met een laag zelfbeeld, en nauwelijks kunnen geloven dat iemand wel positief over je dacht.
Inmiddels loop ik tegen de vijftig en is geven nog steeds een stuk makkelijker dan ontvangen. Dat geldt voor aandacht, seks, liefde, hulp én complimenten. Accepteren ligt ingewikkelder. Ik houd er ook niet van als mijn complimenten niet geaccepteerd worden, dus ik snap alle kanten van deze kwestie.
Onlangs was ik op een perstripje waar ook een C-ster acte de préséance gaf. Bij het ontbijt verscheen ze in een paars bovenstuk, helemaal haute couture, want zulke mouwen had ik nog nooit gezien. Dus zei ik iets in de trant van: “Wow…wat zie jij er mooi uit!”
“Oh”, zei ze redelijk mat en verder op laatdunkende toon: “Nou, zo zie ik er altijd uit, hoor.” Ik moest blijkbaar niet denken dat deze vrouw normaal gesproken in een hoodie zou lopen. “Prima”, zei ik vervolgens. “Dan geef ik je toch geen complimenten!” Waarop de rest van de reizigers hard in lachen uitbarstte.

Ik ben meer van elkaar een beetje afzeiken dan de hele dag flemen. Niet lullen maar poetsen. En als een man me een beetje kan sarren, dan vind ik dat vaak juist aantrekkelijk. De beste stunt qua pluimen geven die iemand ooit bij mij uitgehaald heeft is Elisabeth, de baas van het reclamebureau waar ik als twintiger mijn eerste officiële baan had. Na een jaar of twee had ik het daar wel gezien, en vond ik het tijd om te vertrekken naar het buitenland.
Tijdens het afscheidsdiner zei Elisabeth: “We weten allemaal hoe je met Maaike kunt lachen, dat ze van leedvermaak is en van harde grappen houdt. Het liefst zou ze zien dat ik haar hier nu volledig ga roasten.” Ik knikte en wreef in mijn handen, ik wist dat ik met goede oneliners zou komen. Want dat kon ik, pareren.
“Maar helaas… Dat ga ik niet doen. Nee, ik ga jullie allemaal vertellen waarom we jou hier vreselijk zullen missen.” Waarop ze minutenlang uit de doeken deed wat mijn beste punten waren en waarom ik onmisbaar was. Dat ik een verbinder was, creatief, origineel etc. etc. Ik kon wel door de grond zakken, en naarmate de lijst loftuitingen langer werd en iedereen naar me bleef kijken, verdween ik zowat onder tafel. Met een knalrood hoofd zei ik: “Dankjewel”, toen Elsbeth de speech eindelijk afsloot en me een hilarisch cadeau plus drie zoenen gaf.
“En?”, vroeg ze zacht in mijn oor toen alle collega’s nog klapten. “Hoe vond je dit? Erg, zeker?”
“Ja”, antwoordde ik. “Bedankt. Wat een ongelooflijke kutstreek.”
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
