Het was de vierde van in totaal zes kerstavonden die we dit jaar vieren in Huize Versteegh. Kerst is immers niets anders dan een excuus om iedereen die je liefhebt te zien en met elkaar een heerlijke avond hebben.
Lekker eten, slap ouwehoeren en een goed glas wijn.
Overdag zwoegen in de keuken, om vervolgens in de avond te doen alsof je het zo en zonder enige moeite uit je mouw schudt. Omdat wij het gezin zijn met de jongste kinderen is het, op één dag na want dan gaan we naar mijn moeder, altijd ‘bij ons’. Het voordeel is dat we niet om zeven uur met twee kinderen zitten die naar bed moeten. En dan maar bidden dat ze niet in de auto in slaap vallen, want dan worden ze bij thuiskomst wakker, en dan blijven ze wakker.
Aan het gastheerschap zitten een aantal voordelen. De eerder genoemde kinderen. Niemand hoeft de BOB te zijn, want je hoeft nergens heen nadat je je weer eens veel te vol hebt gepropt. Je trekt na het vertrek van het bezoek met zijn tweeën in verrassend korte tijd de hut weer recht en rolt dan zo je bed in.
Nadelen zijn er ook: stress. Of de tafel leuk genoeg gedekt is en of de tafelindeling klopt, dat zal me een beetje een worst wezen. Over de playlist hoeven we ook niet na te denken, want pas na de tweede keer Driving home for Christmas heeft iedereen door dat we alle kerstnummers nu wel gehoord hebben.
Het grote stresspunt lag dit jaar zogezegd op avond vier, alwaar ik mij een Beef Wellington op de hals had gehaald. Een ossenhaas omhuld met paddestoelen en parmaham en vervolgens verpakt in bladerdeeg. Een ware klassieker, ware het niet nog nooit door mij gemaakt. Alle andere gerechten had ik in de weken voor kerst een keer op proef gemaakt. Je wilt toch weten of het met je beperkte kunde allemaal haalbaar is. De nachtmerrie is dat je er op het moment suprême achter komt dat het je boven de pet gaat. Badend in het zweet word ik wakker als ik daar aan denk.
De grootste risico’s bij dit gerecht zijn dat je vlees te gaar is en het, om met de woorden van Herman den Blijker te spreken, in hondenvoer verandert. Ten tweede er te veel vocht vrij komt waardoor de bodem van je deeg niet gaar wordt. Het probleem is dat je pas weet hoe het geworden is, als je hem opensnijdt. Daarvoor is het enige dat je kunt doen bidden. In het recept stond veertig minuten in de oven en daar heb ik mij keurig aan gehouden. Het vlees bleek veel te hard gegaan en de bodem viel niet anders te omschrijven als zompig. Een catastrofe van formaat!
Met het schaamrood op de kaken lichtte ik vanuit de keuken het bezoek in. Gelukkig is kerst ook een feest van vergeving, want we bestelden patat en iedereen at alsof ze nooit eerder zo lekker hadden gegeten. Het was dan ook al half negen. Misschien volgend jaar gewoon weer doen. Want dat was de doelstelling: samen zijn. Dat kan ook prima met een patatje oorlog en een grillburger.
