Op het kastje in de gang van ons huis, zo’n plek waarop zonnebrillen, sleutels en allerhande troep zich altijd verzamelen, staat ook een glazen potje waar al het kleingeld in terechtkomt. De andere opties zijn dat het rinkelt in je zak of op een zwerfreis door je hele huis gaat.
Al komt het dan ongetwijfeld gefragmenteerd en op geheel onverklaarbare wijze in één van de twee aanwezige spaarpotten terecht. Het potje heeft geen bestemming. Er wordt nergens voor gespaard, en het is zelfs nog uit onze vorige woning meeverhuisd. Nu was het moment daar dat het tot de rand toe vol zat. Maar wat doe je met een potje vol met muntjes?
'Plots hoorde ik lange klagerige uithalen die deden vermoeden dat er iets vreselijks aan de hand was'
We gooiden het op het aanrecht leeg en besloten de buit te tellen. We kwamen tot een bedrag van 66,53 euro en speculeerden wat we met dit astronomische bedrag konden aanvangen. Het werd met zijn tweeën een hapje eten. Niks bijzonders, gewoon een hapje met een drankje. We kwamen terecht in een tentje aan het Oosterpark in Amsterdam. Het menu bekijkend berekenden we dat we allebei wat te eten konden bestellen en dan nog genoeg over hadden voor twee biertjes de neus. Mijn vrouw nam een vegetarische hamburger en ik een kippetje van het spit; allebei met patat. Dat zou het totaal brengen op 58,50 euro, wat ons nog ruimte zou geven voor een passende fooi.
We aten smakelijk en vroegen daarna of we af mochten rekenen. De rekening kwam en klopte precies met wat we vooraf hadden voorspeld. Dat was al een opluchting: straks hadden we het niet goed gezien of waren de prijzen in de tussentijd omhoog gegaan – het gaat hard in de horeca tegenwoordig – en dan hadden we alsnog moeten pinnen. Dan konden we weer naar huis met ons inmiddels in een boterhamzakje zittend kleinfortuin.
Maar hoe ga je vanaf dat punt verder? De ongemakkelijkheid van het moeten kijken terwijl iemand het, ongetwijfeld licht geïrriteerd, ging natellen konden we absoluut niet aan. Ook al lag er een hoger bedrag dan we moesten betalen, er is niemand werkzaam in de horeca die op een drukke vrijdagavond tijd of zin heeft om zich door een berg munten heen te worstelen.
We overlegden wat we konden doen om dit alles te voorkomen. Het beste leek ons om het met zak en al op tafel te leggen en ons daarna uit de voeten te maken voor iemand kwam controleren hoe we wilden betalen. We wisselden een nerveuze blik. Met een klein knikje naar elkaar besloten we dat het tijd was om te gaan.
We deden niks verkeerd, maar het voelde wel zo. Zo rustig mogelijk als we konden liepen we richting de uitgang, maar eenmaal buiten gingen we in volle draf. Mijn excuses gaan uit naar degene die het zakje uiteindelijk vond, maar wees gerust: een grove schatting is dat het minimaal tweeënhalf jaar duurt voor het potje weer vol zit. Kunnen we nu vast aan de voorpret beginnen over waar we dan gaan eten. De stand staat nu op tachtig hele centen.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
'Kan me niet voorstellen dat er ook maar één vrouw is die door zo'n foto denkt: dát is mijn toekomstige vent'



















