Langzaam zak ik weg in een totale staat van verwarring. Nee, ik heb het niet over wie de nieuwe president van de Verenigde Staten wordt, maar over de ‘problemen’ die een vriend van mij aankaart. Ik heb hem aan de telefoon, om een datum te prikken voor onze halfjaarlijkse lunch, en vraag hoe het gaat. Hij begint met een diepe zucht, gevolgd door: ‘Ja, het gaat eigenlijk wel prima hoor.’
Als iemand zo hard zucht en dan zegt dat het goed gaat, is er altijd wat aan de hand. Als ik er naar vraag zegt-ie dat hij weet dat-ie als een gek gaat klinken, maar het toch zal vertellen.
Zijn hond, vernoemd naar een saus uit de Italiaanse keuken, blaft te veel. Overdag, in de nacht, in rust en als er wat gebeurt: blaffen. En hard ook. Alles wat ze zelf konden doen hadden ze al geprobeerd: puppytraining, een systeem van goed gedrag belonen en zowaar ook een zelfhulpboek met de prachtige titel: Kalmerende signalen, in gesprek met je hond. Het had allemaal precies niks geholpen. Daarom liep zijn hond nu bij de hondenmasseuse, de hondenosteopaat én een hondenpsycholoog.
Een hondenmasseuse?? Bestaat dat echt? Het bestond echt, net als een osteopaat alleen geënt op honden. Benieuwd naar een wereld die mij, gelukkig, tot dan toe onbekend was vroeg ik naar wat zoiets kost. Je betaalt voor een massage van drie kwartier 75 euro. Maar, zo ging hij verder, hij had een goede deal kunnen maken, want als hij in één keer een pakket van vijf massages kocht, dan was het maar 250 euro.

Het was wel zo dat de massage zelf eigenlijk altijd een stuk korter duurde dan vijfenveertig minuten, want soms was de hond, volgens de masseuse, niet in de stemming of te onrustig. Zo was ze de laatste keer na een kwartier gestopt, want de hond was afgeleid geweest. De rest van haar tijd had ze met mijn vriend een kopje thee gedronken.
De hondenosteopaat was nog een stuk duurder dan de masseuse, om over de hondenpsycholoog aan huis nog maar te zwijgen. Dat deed hij gelukkig niet en dat bleek 195 euro per les van anderhalf uur. De vraag is dan natuurlijk: werkt dat nou een beetje? Het antwoord was nee. Hij vertelde dat hij balanceerde tussen zelfhaat en zelfmedelijden, want hij zag ook wel in hoe belachelijk het allemaal klonk. Maar wat moet ik dan, zei hij. Elke keer als dat beest nu opstaat, omdat ze iets ziet, hoort of ruikt, ben ik al bang dat er geblaft gaat worden. Een aanzienlijk deel van mijn tijd vrees ik blaffen dat misschien helemaal niet komen. Al was dat meestal wel zo.
Dat ik dit toch wel het voornaamste teken vond dat er in zijn leven geen dringende en urgente problemen speelden, behalve dat hij van gekkigheid niet meer weet waar hij zijn geld aan uit moet geven, deed hem in lachen uitbarsten. ‘Je kunt wel lachen Jan’, zei hij, ‘maar de paardenmasseur is nog veel duurder.’ Is er ook zoiets als een paardenmasseur?! Kan één masseur niet gewoon meerdere diersoorten onder handen nemen. Nu moest hij weer lachen: ‘Doe niet zo gek.’
