Boekpresentaties zijn wat mij betreft vrij rare gelegenheden. Het eerste exemplaar wordt altijd feestelijk uitgereikt. Dat kan aan de auteur zijn, die het boek van haver tot gort kent en er dus niet zo veel aan heeft, maar vaker neemt iemand anders het in ontvangst.
Iemand die het vervolgens niet meteen kan gaan lezen, want we bevinden ons op een boekpresentatie!
Ook alle andere aanwezigen zullen pas veel later, en misschien zelfs wel nooit, de inhoud van het geschrevene tot zich kunnen nemen. En toch staan we daar allemaal braaf aanwezig te zijn. Dus blijft er weinig anders over dan met elkaar te praten. Zo raakte ik in gesprek met de vrouw van een schrijver in kunstboeken. Zij zelf werkte in een cosmetische kliniek, en dat is waar het verhaal al vrij snel vrij luguber werd.
Na wat oppervlakkigheden over het gebruik van injectables, heel normaal hoor/ook voor mannen/we kunnen het zo doen dat je er niks van ziet (is dat niet bedoeling dan??)/kom anders een keertje vrijblijvend langs, vraag ik hoe je zoiets aanleert: “Oefen je op dieren of op andere mensen?” Het lijkt me heel grappig dat er allemaal van die rimpelhonden zijn die geen frons meer kunnen maken. De waarheid ligt echter heel anders. Ga er maar eens goed voor zitten.
“Nee hoor”, begon ze luchtig haar verhaal, “we trainen op echte hoofden, er is geen betere leerschool dan dat.” “Wie geeft zich daar dan voor op”, informeer ik, “en is dat dan niet het verkleinen van je potentiële klantenkring?” “O nee, dat doen we op hoofden van kadavers.” Even moet ik mijn best doen om de slok Sauvignon Blanc in mijn mond niet uit te spugen.
Hoofden van kadavers??? Ja, van mensen die na hun dood niet begraven of gecremeerd willen worden, maar hun lichaam doneren voor onderzoek. Stel je eens voor: je weet dat je komt te overlijden en je wil iets goeds doen voor de wereld. Dus, nobel als je bent, doneer je je lichaam aan de wetenschap. Hoeveel medicijnen zullen er door jou wel niet ontwikkeld worden? En wie weet aan hoeveel wiegen van carrières van artsen in opleiding je zult staan. Met een gerustgesteld en trots gevoel blaas je je laatste adem uit.
Maar dan blijkt niets van dit alles! Je gezicht wordt gebruikt om mensen aan te leren hoe ze botox en fillers het beste kunnen inspuiten. Nadat ik van de eerste schrik bekomen ben, al lijkt het voor haar de normaalste zaak van de wereld, zeg ik dat ik er kortstondig kapot van was, maar zeker ook kansen zie.
Wie wil er nou niet een beetje knap in de kist liggen op zijn eigen laatste feestje? Waarom zou je bij de uitvaartopties niet ook de mogelijkheid aanbieden om mensen na hun dood hier en daar een spuitje in het gezicht te duwen? IK WIL WEL! Iedereen zal versteld staan hoe prachtig het geworden is. Ze zullen zeggen: “Goh, 81 dat zou je hem werkelijk niet geven!” “Hij ziet er nog zoveel jonger uit.” “Ach, hij had altijd al goede genen.”
