‘Weet je dan niet dat we allemaal een beetje bang voor je zijn?’ Ik zal de opmerking van mijn zus, een jaar of drie geleden gemaakt tijdens een familievakantie, nooit vergeten.
Ik weet niet meer precies wat de aanleiding voor de nogal boude uitspraak was, maar mijn moeder knikte. “Je kan heel fel zijn”, zei ze.
Ze keek dapper en opgelucht. Dat had ze toch maar mooi gezegd tegen die kenau. Even dacht ik dat ze een grap maakten. Bang? Voor mij? Dat schattige lammetje? Maar ze meenden het echt. Blijkbaar ben ik een bitch. Hoewel ik destijds tot op het bot beledigd was, moet ik inmiddels toegeven dat ik inderdaad niet altijd even aardig ben. Of dat hormonaal is of mijn kutkarakter, daar ben ik niet helemaal uit.
Deze herfst – hoe toepasselijk – verschijnen er drie boeken over ouder worden. Allemaal geschreven door bekende Nederlandse vrouwen, 2 van 50 en eentje van bijna 56. In de beschrijving van het boek van Bridget Maasland staat dat haar ervaringsverhalen en tips je gaan helpen om de beste versie van jezelf te worden. Susan Smit is er in haar boek vol 50+ inzichten echter stellig over: het gaat er niet om dat je de béste versie van jezelf wordt, maar de échte versie. Door die tegenstelling blokkeerde ik meteen al. Want is de echte versie van jezelf niet hetzelfde als de beste versie? (behalve voor je familie dan, als je een Medusa bent als ik).

Volgens mij worden we uiteindelijk allemaal de beste/echte versie van onszelf. Als je 50 bent, is dat onontkoombaar, net als de televisie harder moeten zetten tijdens Expeditie Robinson of een leesbril. Volgens mij gaat leuk ouder worden meer over omgaan met de reacties van anderen, bijvoorbeeld als ze zeggen dat ze voor je sidderen. Drie jaar geleden raakte het me diep, ‘lief’ is immers altijd mijn USP geweest, maar nu maakt het me niet meer zoveel uit wat mensen van me vinden.
Dat is een work in progress en vereist continue oefening. Ik kan nog steeds vuurrood worden als ik tijdens een meeting denk dat mensen het stom vinden wat ik zeg. Maar over het algemeen kan ik die onzekerheden tegenwoordig razendsnel achter me laten en krijg ik elke dag meer schijt aan alles. Ik blunder me nog steeds door het leven en haal daar mijn schouders over op.
Susan Smit heeft het in haar boek over ‘Karens’ en hoe het ondanks die slechte naam eigenlijk alleen maar positief is dat je je de kaas niet meer van het brood laat eten. En hoewel mijn tienerzoon ineenkrimpt als ik in het openbaar voor mezelf opkom of mijn ongenoegen toon (‘Je bent zó’n Karen nu’) vind ik het heerlijk bevrijdend om links en rechts van me af te bijten. Niet iedereen gaat jou leuk vinden, nooit. Hoe leuk je ook bént. Dan kun je maar beter jezelf zijn. Als dat bij vlagen een Karen is, soi. Wat een inzicht op mijn 50e. Misschien moet ik er ook een boek over schrijven.
